De natuurkunde van 't vrije veld

De natuurkunde van 't vrije veld is een driedelig werk van prof. dr. M. Minnaert, waarin hij alledaagse natuurkundige verschijnselen uitlegt. In 1937 verscheen deel 1 Licht en kleur in het landschap, in 1939 deel 2 Geluid, warmte, elektriciteit en in 1940 deel 3 Rust en beweging. De oorspronkelijke uitgever Thieme herdrukte de trilogie een paar keer, onder meer een vijfde druk in 1968.[1] Deel 1 werd vertaald in vele talen.

De Natuurkunde van 't Vrije Veld biedt een overzicht van verschijnselen die gemakkelijk kunnen worden waargenomen, zoals de primaire en secundaire regenbogen, fata morgana's, bijzonnen, wolken en neerslag, weerlicht en eb en vloed. Tevens geeft het aanwijzingen voor waarnemingen als het schatten van groottes zonder hulpmiddelen, en zit er een klein lineair polarisatiefilter achterin het eerste deel.

Citaten

De bedoeling is, te laten zien dat de natuurkundige even goed als de plant- of dierkundige vreugde aan de hem omgevende natuur beleven kan, en dat ook de belangstellende leek op dit gebied volop genieten kan. Ik verwacht dat het verkocht zal worden aan leraren, schoolbibliotheken, openbare leeszalen, padvinderleiders, de lezers van Hemel en Dampkring, en alle amateurmeteorologen, de leden der Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde, de vrijwillige waarnemers van het Meteorologisch Instituut, fysici, toeristen, geografen, enz.

— Marcel Minnaert in een begeleidende brief bij het manuscript aan uitgeverij Thieme, 1936.[2]

De betekenis van de openluchtwaarnemingen voor het onderwijs in de natuurkunde is nog niet voldoende erkend. Zij helpen ons in het toenemend streven om ons onderwijs te doen aansluiten bij het leven: zij geven ons een natuurlijke aanleiding voor het stellen van duizenden vragen, en ze zorgen ervoor, dat hetgeen op school is geleerd later nog telkens en telkens ook buiten de schoolmuren wordt teruggevonden.

— Marcel Minnaert, Inleiding van De Natuurkunde van 't Vrije Veld.

Inhoud

Deel 1. Licht en kleur in het landschap

  1. Licht en schaduw
  2. De terugkaatsing van het licht
  3. De breking van het licht
  4. De kromming de lichtstralen in de dampkring
  5. Het meten van lichtsterkte
  6. Het oog
  7. De kleuren
  8. Nabeelden en kontrastverschijnselen
  9. Het beoordelen van vorm en beweging
  10. Regenbogen, kringen, kransen
  11. Licht en kleur van de lucht
  12. Licht en kleur van wolken, water en vaste stof
  13. Lichtgevende planten, dieren, gesteenten

Deel 2. Geluid, warmte, elektriciteit

  1. De voortplanting van het geluid
  2. De geluiden der natuur
  3. Zomerwarmte en winterkoude
  4. Wolkenland
  5. Neerslag
  6. Het wonderbare ijs
  7. Aardmagnetisme en luchtelektriciteit

Deel 3. Rust en beweging

  1. Schatten en meten
  2. Vervoermiddelen, spel, sport
  3. Stromend water
  4. De vaste aarde
  5. Waaiende lucht

De hoofdstukken zijn onderverdeeld in doorlopend genummerde paragrafen, die bijna alle voorafgegaan worden door een citaat uit de wereldliteratuur.

Latere edities en vertalingen

Van het eerste deel van het werk verschenen onder meer Engelse en Duitse vertalingen:

  • The Nature of Light and Color in the Open Air, Dover, 1954
  • Licht und Farbe in der Natur, Birkhäuser Verlag, Basel 1992
  • Light and Color in the Outdoors, Springer, 1993
  • Lumina si culoarea in natura, Bucuresti, 1962. (Boekarest, Roemeense vertaling, 399 pp met zwartwit fotobijlage)

In 1996 werden de drie delen opnieuw uitgebracht door ThiemeMeulenhoff (geïllustreerd). Delen twee (Geluid, warmte en electriciteit) en drie (Rust en beweging) waren tot 2020 niet vertaald.[2]

Foutieve opvatting

M.G.J.Minnaert was zich tijdens het samenstellen van het eerste deel van zijn De Natuurkunde van 't Vrije Veld niet bewust van het feit dat retro-reflectie (het roodkleurige katoog verschijnsel) evengoed in de ogen van mensen voordoet als in de ogen van vele soorten dieren zoals katachtigen.

Geen spoor van de circumhorizontale boog

Evenals het door M. G. J. Minnaert beschreven haloverschijnsel circumzenitale boog bestaat ook de circumhorizontale boog die zich in Nederland en België enkel gedurende de middagen van de maanden mei, juni en juli vertoont, maar dan wel onder de hoogstaande zon in plaats van boven de laagstaande zon zoals bij de circumzenitale boog. De circumhorizontale boog werd niet opgenomen in Minnaerts De Natuurkunde van 't vrije veld.

Invloed

David K. Lynch en William Livingston drukten in het voorwoord van hun Color and Light in Nature (Cambridge University Press, 1995) hun blijvende bewondering uit voor het boek, waarvan ze elk een fel beduimeld exemplaar bezaten.

Externe link