Cranberry: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Mineralen: bijschrift
Regel 40: Regel 40:
Er zijn aanwijzingen dat de bessen zouden helpen bij het voorkomen van [[maagzweer|maagzweren]] en bij het voorkomen van [[tandplaque]].
Er zijn aanwijzingen dat de bessen zouden helpen bij het voorkomen van [[maagzweer|maagzweren]] en bij het voorkomen van [[tandplaque]].


De bessen bevatten ook [[oxaalzuur]] en veel [[benzoëzuur]].
De bessen bevatten ook [[oxaalzuur]], veel [[benzoëzuur]] en [[isoforon]].


Het gebruik van grote hoeveelheden kan [[misselijkheid]] en [[diarree]] veroorzaken.
Het gebruik van grote hoeveelheden kan [[misselijkheid]] en [[diarree]] veroorzaken.

Versie van 3 feb 2008 11:22

Cranberry
Cranberry
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Asteriden
Orde:Ericales
Familie:Ericaceae (Heifamilie)
Geslacht:Vaccinium (Bosbes)
Soort
Vaccinium macrocarpon
Aiton (1789)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Cranberry op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De cranberry (Vaccinium macrocarpon, syn Oxycoccus macrocarpus) ook wel grote veenbes of gewoon veenbes is een plant uit de heifamilie (Ericaceae). Het is een kruipende of overhangende plant met dunne stengels. De veenbes heeft een voorkeur voor zure grond, zoals heide, veen en bossen. In Nederland is de plant vrij zeldzaam.

Oorsprong

De cranberry komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika en is in Nederland een exoot. In 1840 is een vat bessen op Terschelling aangespoeld, waarna ze hier inburgerde. De plant is hier in 1868 ontdekt door de botanicus Franciscus Holkema. Op Terschelling komen uitgebreide velden van de cranberry voor, en de pluk van de bessen is er aan een veenbes-bedrijf verpacht. Ook op Vlieland komen grotere velden voor. Op de overige waddeneilanden is de Cranberry een zeldzaamheid. De cranberry wordt ook in klein aantal gevonden in het Fochteloërveen en het Eesveen op de grens van Friesland en Drenthe. De officiële Nederlandse naam van de plant is cranberry of Amerikaanse veenbes. Ook wordt de plant wel Lepeltjesheide genoemd. Op Terschelling staat de plant bekend als Pieter-Sipkesheide, naar de vinder van het vat in 1840.

Beschrijving

De knikkende bloem heeft een lange bloemsteel en is ongeveer 5 mm lang. De kleur varieert van roze tot rood. De kroonbladeren zijn sterk teruggeslagen en de meeldraden en stempel steken duidelijk uit.

De plant bloeit alleenstaand of in groepjes van vier bloemstelen. De bloeiperiode loopt van juni tot augustus.

De bladeren zijn eivormig, 4 tot 10 mm lang en hebben omgerolde randen. Aan de onderzijde is het blad blauwgroen; de bovenzijde is donkergroen.

De bes is bol- of peervormig en heeft een doorsnede van 6 tot 8 mm. Rijpe bessen zijn rood; later worden ze bruin en gevlekt.

Gebruik

De cranberry bevat behalve vitamine-C ook proanthocyanidinen (o.a. epicatechine). Deze stoffen zorgen er niet alleen voor dat bacteriën zich niet aan de blaaswand kunnen hechten, ze zorgen er ook voor dat reeds aan de blaaswand gehechte bacteriën worden losgeweekt[1]. De bessen zijn hierdoor waarschijnlijk effectief bij het bestrijden van blaasontsteking bij vrouwen, wat echter niet onomstotelijk bewezen is [2]. Er zijn ook wel bijwerkingen.

Er zijn aanwijzingen dat de bessen zouden helpen bij het voorkomen van maagzweren en bij het voorkomen van tandplaque.

De bessen bevatten ook oxaalzuur, veel benzoëzuur en isoforon.

Het gebruik van grote hoeveelheden kan misselijkheid en diarree veroorzaken.

Teelt

Het gebruik van de cranberry als medicinale plant is al bekend bij de Noord-Amerikaanse indianen. In de Verenigde Staten van Amerika en in Canada ontstonden in de loop van de negentiende eeuw commerciële veenbesculturen, met name in de Amerikaanse staten Massachusetts, Wisconsin en New Jersey. In 1864 had Massachusetts al meer dan 3000 hectare veenbesvelden. Omdat de cranberry gebruikt werd als middel tegen scheurbuik op lange zeereizen, was er ook in Europa belangstelling voor commerciële teelt van de cranberry. De eerste pogingen werden ondernomen in de negentiende eeuw in Engeland en Duitsland. Na de ontdekking van de cranberry op Terschelling werd ook in Nederland de belangstelling voor commerciële teelt ontdekt. In 1885 bezocht de kweker G.J.Borgesius uit Musselkanaal Terschelling, en kreeg van de gemeente Terschelling toestemming plantmateriaal naar zijn woonplaats mee te nemen. Van dit plantmateriaal begon hij in Bovensmilde in Drenthe een veenbeskweek die tot 1935 in stand werd gehouden. Nadien verdween de kweek hier snel. Op Terschelling was aanvankelijk sprake van pluk van in het wild voorkomende bessen. Tussen 1886 en 1900 werd de pluk door de heren Wichers, (onderwijzer op Terschelling) en Mulder (gepensioneerd technicus en inwoner van Terschelling) bevorderd. De groeiplaatsen in de duinen van Terschelling waren toen nog in eigendom van de gemeente Terschelling. De bessen werden na de pluk opgekocht en geëxporteerd naar Engeland. Na 1909 kwamen de duinen van Terschelling in beheer bij Staatsbosbeheer en werd de pluk verpacht aan enkele veenbesbedrijven. De veenbesvegetaties hadden echter te lijden onder verdroging als gevolg van de aanleg van ontwateringssloten door Staatsbosbeheer. Tussen 1917 en 1920 kreeg pachter C.Bloem de kans enkele duinvalleien, het Studentenplak en het Waterplak te ontginnen en aan te planten met veenbesstekken. Ook een goed waterbeheer werd hier mogelijk gemaakt. Veenbesvelden werden soms bezand met een dun laagje duinzand om de wortelvorming van de planten te verbeteren. Na de Tweede Wereldoorlog verruigden de veenbesvelden door overwoekering met andere planten. Momenteel heeft Terschelling nog steeds bijna 50 hectare veenbesvegetaties. De jaarlijkse oogst kan variëren van enkele honderden kilo's in zeer slechte jaren (bij nachtvorstschade) tot meer dan 200 ton in zeer goede jaren. Van de grote veenbes worden talloze producten gemaakt die op Terschelling vooral door toeristen worden gekocht. De import van Amerikaans en Canadees cranberrysap neemt steeds meer toe. Deze worden verkocht onder de namen Ocean Spray en Canadian Red.

Mineralen

Cranberry's na de oogst

De cranberry bevat de volgende mineralen (in parts per million)

  • kalium 530
  • natrium 20
  • calcium 130
  • fosfor 80
  • magnesium 55
  • jodium 0,05
  • zwavel 50
  • chloor 40
  • ijzer 4
  • mangaan 6
  • koper 4

Vitaminen

In de cranberry komen de volgende vitaminen voor:

  • vitamine A 40 IE
  • vitamine C 10,5 - 7,5 mg/100 gram
  • vitamine B complex:
    • thianinB1 13,5 microgram/100 gram
    • riboflavine 3,0 microgram/100 gram
    • nicotinezuur 33,0 microgram/100 gram
    • pantotheenzuur 25,0 microgram/100 gram
    • pyridoxine 10,0 microgram/100 gram
    • biotine sporen.

Taxonomie

Vroeger werd deze soort wel ingedeeld in het geslacht veenbes (Oxycoccus).

referenties

  1. Howell AB. Cranberry proanthocyanidins and the maintenance of urinary tract health. 2002. Crit Rev Food Sci Nutr 42:273-278. PMID 12058985
  2. Jepson RG, Mihaljevic L, Craig J. Cranberries for preventing urinary tract infections. 2004. Cochrane Database Syst Rev :CD001321. DOI: 10.1002/14651858.CD001321.pub2 PMID 14973968

Literatuur

Feyfer, F.E.de en J.P.Kok, 1986. Cranberry, 100 jaar historie en receptuur. Van Gorcum, Assen. Holkema, F., 1870. De plantengroei der Nederlandsche Noordzee-eilanden. Dissertatie Groningen. Holkema, Amsterdam.

Externe links

Zie de categorie Cranberries van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.