Charles de Bergeyck: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Wikix-oud (overleg | bijdragen)
cat, il
Regel 1: Regel 1:
'''Charles J. Philippe de Brouchoven de Bergeyck''' ([[Brussel]] [[1801]] - [[Antwerpen]] 4 september [[1875]]) was lid van het Belgisch [[Nationaal Congres]].
'''Charles J. Philippe de Brouchoven de Bergeyck''' ([[Brussel (stad)|Brussel]], [[1801]] - [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]], [[4 september]] [[1875]]) was lid van het Belgisch [[Nationaal Congres (België)|Nationaal Congres]].


==Levensloop==
==Levensloop==
Regel 15: Regel 15:
==Literatuur==
==Literatuur==
* Carl BEYAERT, ''Charles de Brouchoven de Bergeyck'', in: Biographies des membres du Congrès national, Brussel, 1930, pp. 48-49
* Carl BEYAERT, ''Charles de Brouchoven de Bergeyck'', in: Biographies des membres du Congrès national, Brussel, 1930, pp. 48-49

{{DEFAULTSORT:Debrouchovendebergeyck}}
{{DEFAULTSORT:Debergeyck, Charles}}
[[Categorie:Lid van het Belgisch Nationaal Congres]]
[[Categorie:Lid van het Belgisch Nationaal Congres]]
[[Categorie:Vlaams burgemeester van voormalige gemeente]]
[[Categorie:Vlaams provinciaal politicus]]

Versie van 12 apr 2010 00:16

Charles J. Philippe de Brouchoven de Bergeyck (Brussel, 1801 - Antwerpen, 4 september 1875) was lid van het Belgisch Nationaal Congres.

Levensloop

In de familie de Brouchoven de Bergeyck was men in de adelstand opgenomen sinds het begin van de 17de eeuw. Verschillende leden van de familie bereikten hoge functies in de maatschappij van hun tijd. Toen de revoluties de adellijke titels afschaften, werd dit voor de meeste families weer goed gemaakt door het herstel van de adellijke status onder het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Niet echter voor de van Brouchovens die het vertikten een aanvraag tot adelserkenning in te dienen. Het verhinderde niet dat ze gewoonlijk als 'graaf' de Bergeyck werden aangesproken. Het is pas in 1877 dat een kleinzoon van de hier behandelde Charles de Bergeyck een herstel van de adellijke status zal aanvragen en verkrijgen. Het is duidelijk dat men de officiële erkenning tot op dat ogenblik niet nodig achtte om zich als adellijke familie voor te doen.

Na edelknaap van koning Willem I te zijn geweest werd Charles De Bergeyck in 1819 ambtenaar bij het Ministerie van Waterstaat. In 1821 werd hij burgemeester van Melsele en lid van de provinciale staten van Oost-Vlaanderen.

In oktober 1830 benoemde het Voorlopig Bewind hem tot arrondissementscommissaris voor Sint-Niklaas, maar in maart daaropvolgend nam hij al ontslag. Van 1840 tot 1844 was hij opnieuw arrondissementscommissaris voor Sint-Niklaas.

Door de kiezers van het arrondissement Sint-Niklaas werd hij naar het Nationaal Congres gestuurd. Hij kwam slechts éénmaal uitgebreid aan het woord, naar aanleiding van de eerste stemronden voor een koning. Hij deed hierbij een oproep tot onderzoek of het dan toch niet het beste was om de prins van Oranje, of eventueel zelfs één van zijn zoons tot koning te nemen. Dit zou onmiddellijk de vrede herstellen, de handel en nijverheid ten goede komen en de Mogendhedenn tevreden stellen. Natuurlijk besefte hij ook wel dat de geest binnen het Congres helemaal niet in zin was geëvolueerd. Nochtans stelde hij dat de twee voornaamste kandidaten helemaal geen waarborgen boden voor de vermelde voordelen. Daarom kondigde hij aan dat hij voor Karel van Oostenrijk-Teschen zou stemmen. Hij zou één van een kleine groep zijn die op deze prins stemde. Toen vervolgens voor een regent moest worden gekozen stemde Bergeyck, net als vier andere Congresleden voor Etienne de Gerlache. Later, in juni, stemde hij voor Leopold van Saksen Coburg en voor de aanvaarding van het Verdrag der XVIII artikelen.

Bergeyck was getrouwd met Emilie Moretus en ze hadden een dochter Alix (1849-1980) die met haar volle neef, senator Florimond de Brouchoven de Bergeyck (1839-1908) trouwde, die de adelserkenning aanvroeg. Alle naamdragers sindsdien zijn hun afstammelingen.

Literatuur

  • Carl BEYAERT, Charles de Brouchoven de Bergeyck, in: Biographies des membres du Congrès national, Brussel, 1930, pp. 48-49