Carolus Josephus de Roo: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 2: Regel 2:


== Levensloop ==
== Levensloop ==
Carolus Josephus (ook Charles-Joseph genoemd, zoals op overlijdensgedachtenis) was de zoon van Joannes Carolus De Roo (1747-1834) en van Catherina Gilliodts (dochter van Jan Baptist en Catharina Van Neste). Het ging hier om twee huwelijken tussen telgen uit twee vermogende families, want Rosa Ferdinanda De Roo (1761-1848), zus van Joannes-Carolus, trouwde met Ludovicus Primus Gilliodts (1764-1851), neef van Catherina. Deze laatste waren de grootouders van de Brugse stadsarchivaris [[Louis Gilliodts]](1827 - 1915) - Van Severen. Zijn vader Joannes Carolus de Roo, afstammeling van verschillende generaties griffiers, was tot aan de Franse Revolutie griffier van [[Ruiselede]], [[Wontergem ]] en Tielt, alsook schepen van de kasselrij Kortrijk. In de Franse Tijd was hij vanaf 1800 gemeenteraadslid in Tielt. Onder het Verenigd Koninkrijk werd hij lid van de Provinciale Staten van West-Vlaanderen.
Carolus Josephus (ook Charles-Joseph genoemd, zoals op overlijdensgedachtenis) was de zoon van Joannes Carolus De Roo (1747-1834) en van Catherina Gilliodts (dochter van Jan Baptist en Catharina Van Neste). Het ging hier om twee huwelijken tussen telgen uit twee vermogende families, want Rosa Ferdinanda De Roo (1761-1848), zus van Joannes-Carolus, trouwde met Ludovicus Primus Gilliodts (1764-1851), neef van Catherina. Deze laatste waren de grootouders van de Brugse stadsarchivaris [[Louis Gilliodts]] (1827 - 1915) - Van Severen. Zijn vader Joannes Carolus de Roo, afstammeling van verschillende generaties griffiers, was tot aan de Franse Revolutie griffier van [[Ruiselede]], [[Wontergem ]] en Tielt, alsook schepen van de kasselrij Kortrijk. In de Franse Tijd was hij vanaf 1800 gemeenteraadslid in Tielt. Onder het Verenigd Koninkrijk werd hij lid van de Provinciale Staten van West-Vlaanderen.


In 1817 behaalde Carolus Josephus de Roo in [[Brussel (stad)|Brussel]] het licentiaat in de rechten. Van 1822 tot 1832 was hij advocaat aan de Balie van Brugge. In 1822 begon hij deel te nemen aan het Brugse societyleven en werd hij lid van de Schuttersgilde van Sint-Sebastiaan. Op 14 juni 1824 trouwde hij in Brugge met Jeanne Marie Livine Van Wambeke (Brugge 1808 - 1871).
In 1817 behaalde Carolus Josephus de Roo in [[Brussel (stad)|Brussel]] het licentiaat in de rechten. Van 1822 tot 1832 was hij advocaat aan de Balie van Brugge. In 1822 begon hij deel te nemen aan het Brugse societyleven en werd hij lid van de Schuttersgilde van Sint-Sebastiaan. Op 14 juni 1824 trouwde hij in Brugge met Jeanne Marie Livine Van Wambeke (Brugge 1808 - 1871).
Regel 8: Regel 8:
In 1829 nam hij deel aan het 'Constitutioneel Banket' in Brugge, eerste openbare manifestatie gericht tegen de politiek van de regering in het Verenigd Koninkrijk. In 1830 was hij kapitein van de [[Burgerwacht]] en koos de zijde van de revolutiegezinden. Hij was ook korte tijd één van de zes hoofdmannen die instonden voor de ordehandhaving in de verschillende stadswijken.
In 1829 nam hij deel aan het 'Constitutioneel Banket' in Brugge, eerste openbare manifestatie gericht tegen de politiek van de regering in het Verenigd Koninkrijk. In 1830 was hij kapitein van de [[Burgerwacht]] en koos de zijde van de revolutiegezinden. Hij was ook korte tijd één van de zes hoofdmannen die instonden voor de ordehandhaving in de verschillende stadswijken.



== Politicus ==
Hij werd verkozen tot plaatsvervangend lid van het [[Nationaal Congres]] voor het arrondissement Tielt en vanaf 10 november 1830 was hij effectief lid. Vervolgens werd hij verkozen tot katholiek [[volksvertegenwoordiger]], telkens voor het arrondissement [[Roeselare]]-[[Tielt]] (1831-1848). In de besprekingen van het Nationaal Congres over de Grondwet deed De Roo zes korte tussenkomsten. Hij sprak zich uit voor een grondwettelijke monarchie, ook al zag hij wel voordelen in een republiek. Voor het staatshoofd stelde hij voor de titel van 'groothertog' aan te nemen en niet die van koning, gelet op de bescheiden omvang van het land. Anderzijds stemde hij ook voor de eeuwigdurende uitsluiting van de Oranje Nassaus van de Belgische troon. In de discussie over de oprichting van een Senaat keerde hij zich fel tegen het vooropgestelde idee dat de leden van deze reflectiekamer door het staatshoofd (dit wil zeggen door de uitvoerende macht) zouden worden benoemd.
Hij werd verkozen tot plaatsvervangend lid van het [[Nationaal Congres]] voor het arrondissement Tielt en vanaf 10 november 1830 was hij effectief lid. Vervolgens werd hij verkozen tot katholiek [[volksvertegenwoordiger]], telkens voor het arrondissement [[Roeselare]]-[[Tielt]] (1831-1848). In de besprekingen van het Nationaal Congres over de Grondwet deed De Roo zes korte tussenkomsten. Hij sprak zich uit voor een grondwettelijke monarchie, ook al zag hij wel voordelen in een republiek. Voor het staatshoofd stelde hij voor de titel van 'groothertog' aan te nemen en niet die van koning, gelet op de bescheiden omvang van het land. Anderzijds stemde hij ook voor de eeuwigdurende uitsluiting van de Oranje Nassaus van de Belgische troon. In de discussie over de oprichting van een Senaat keerde hij zich fel tegen het vooropgestelde idee dat de leden van deze reflectiekamer door het staatshoofd (dit wil zeggen door de uitvoerende macht) zouden worden benoemd.


Regel 16: Regel 18:
== De voorvaders ==
== De voorvaders ==


Carolus Josephus de Roo behoort tot een stam van vijf generaties baljuws en griffiers in Kanegem, Ruiselede en Tielt.
Carolus Josephus de Roo behoort tot een stam van het [[Huis De Roo]] met vijf generaties baljuws en griffiers in Kanegem, Ruiselede en Tielt.
* Zijn vader Joannes Carolus De Roo (Ruiselede 1747 - Tielt 1834), gehuwd met Catherina Gilliodts, was griffier te Ruiselede en later notaris in Tielt.
* Zijn vader Joannes Carolus De Roo (Ruiselede 1747 - Tielt 1834), gehuwd met Catherina Gilliodts, was griffier te Ruiselede en later notaris in Tielt.
* Grootvader Joannes De Roo (Ruiselede 1711 - Ruiselede 1786), gehuwd met Anna Maria De Bels (Ardooie 1727 - 1798), was griffier van Ruiselede, Wontergem en Tielt.
* Grootvader Joannes De Roo (Ruiselede 1711 - Ruiselede 1786), gehuwd met Anna Maria De Bels (Ardooie 1727 - 1798), was griffier van Ruiselede, Wontergem en Tielt.
* Zijn overgrootvader Hugonus De Roo (Kanegem 1654 - Ruiselede 1717), gehuwd met Joanna Winnebroot, was griffier van Ruiselede en Wontergem (zijn broer Franciscus (1652-1714)was Procureur bij de [[Raad van Vlaanderen]] in [[Gent]]).
* Zijn overgrootvader Hugonus De Roo (Kanegem 1654 - Ruiselede 1717), gehuwd met Joanna Winnebroot, was griffier van Ruiselede en Wontergem. (Zijn broer Franciscus (1652-1714) was Procureur bij de [[Raad van Vlaanderen]] in [[Gent]].)
* Betovergrootvader Jacobus De Roo (1597-1657) was griffier te Kanegem, waar zijn vader Jan baljuw was.
* Betovergrootvader Jacobus De Roo (1597-1657) was griffier te Kanegem, waar zijn vader Jan baljuw was.
Regel 34: Regel 36:
* Patrick L.E. DEROOVER, ''De Roo 14de - 21ste eeuw'', uitgave in eigen beheer, Oostakker, 2008
* Patrick L.E. DEROOVER, ''De Roo 14de - 21ste eeuw'', uitgave in eigen beheer, Oostakker, 2008
* Marnik BRAET, ''Griffier Hugo De Roo - Winnebroot en nakomelingen te Ruiselede, Tielt en Brugge (1700-1900)'', in: Oud Ruysselede, jrg. 22(2005), blz. 82 - 108.
* Marnik BRAET, ''Griffier Hugo De Roo - Winnebroot en nakomelingen te Ruiselede, Tielt en Brugge (1700-1900)'', in: Oud Ruysselede, jrg. 22(2005), blz. 82 - 108.
* Marnik BRAET, ''Omtrent de familie De Roo, de jongensschool St.-Louis en de feestzaal te Doomkerke'', in: Oud Ruysselede, jrg. 23 (2006), blz. 109-117.
* Oscar COOMANS DE BRACHÈNE, ''Etat présent de la noblesse belge'', Jaarboek 1997, Tweede Deel, Brussel, 1997
* Oscar COOMANS DE BRACHÈNE, ''Etat présent de la noblesse belge'', Jaarboek 1997, Tweede Deel, Brussel, 1997
* Andries VAN DEN ABEELE, ''De Balie van Brugge'', Brugge, 2009.
* Andries VAN DEN ABEELE, ''De Balie van Brugge'', Brugge, 2009.

Versie van 28 jan 2010 18:01

Carolus Josephus de Roo (Tielt, 11 November 1793 - Brugge, 9 januari 1880), was een Belgisch advocaat, politicus en magistraat.

Levensloop

Carolus Josephus (ook Charles-Joseph genoemd, zoals op overlijdensgedachtenis) was de zoon van Joannes Carolus De Roo (1747-1834) en van Catherina Gilliodts (dochter van Jan Baptist en Catharina Van Neste). Het ging hier om twee huwelijken tussen telgen uit twee vermogende families, want Rosa Ferdinanda De Roo (1761-1848), zus van Joannes-Carolus, trouwde met Ludovicus Primus Gilliodts (1764-1851), neef van Catherina. Deze laatste waren de grootouders van de Brugse stadsarchivaris Louis Gilliodts (1827 - 1915) - Van Severen. Zijn vader Joannes Carolus de Roo, afstammeling van verschillende generaties griffiers, was tot aan de Franse Revolutie griffier van Ruiselede, Wontergem en Tielt, alsook schepen van de kasselrij Kortrijk. In de Franse Tijd was hij vanaf 1800 gemeenteraadslid in Tielt. Onder het Verenigd Koninkrijk werd hij lid van de Provinciale Staten van West-Vlaanderen.

In 1817 behaalde Carolus Josephus de Roo in Brussel het licentiaat in de rechten. Van 1822 tot 1832 was hij advocaat aan de Balie van Brugge. In 1822 begon hij deel te nemen aan het Brugse societyleven en werd hij lid van de Schuttersgilde van Sint-Sebastiaan. Op 14 juni 1824 trouwde hij in Brugge met Jeanne Marie Livine Van Wambeke (Brugge 1808 - 1871).

In 1829 nam hij deel aan het 'Constitutioneel Banket' in Brugge, eerste openbare manifestatie gericht tegen de politiek van de regering in het Verenigd Koninkrijk. In 1830 was hij kapitein van de Burgerwacht en koos de zijde van de revolutiegezinden. Hij was ook korte tijd één van de zes hoofdmannen die instonden voor de ordehandhaving in de verschillende stadswijken.


Politicus

Hij werd verkozen tot plaatsvervangend lid van het Nationaal Congres voor het arrondissement Tielt en vanaf 10 november 1830 was hij effectief lid. Vervolgens werd hij verkozen tot katholiek volksvertegenwoordiger, telkens voor het arrondissement Roeselare-Tielt (1831-1848). In de besprekingen van het Nationaal Congres over de Grondwet deed De Roo zes korte tussenkomsten. Hij sprak zich uit voor een grondwettelijke monarchie, ook al zag hij wel voordelen in een republiek. Voor het staatshoofd stelde hij voor de titel van 'groothertog' aan te nemen en niet die van koning, gelet op de bescheiden omvang van het land. Anderzijds stemde hij ook voor de eeuwigdurende uitsluiting van de Oranje Nassaus van de Belgische troon. In de discussie over de oprichting van een Senaat keerde hij zich fel tegen het vooropgestelde idee dat de leden van deze reflectiekamer door het staatshoofd (dit wil zeggen door de uitvoerende macht) zouden worden benoemd.

Als volksvertegenwoordiger was De Roo vooral bekommerd om zijn eigen arrondissement. Hij voerde een jarenlange actie opdat een behoorlijke treinverbinding Tielt zou ontsluiten. Hij argumenteerde bij herhaling dat de lijn Gent-Brugge beter over Tielt zou gelopen hebben, om van daar te splitsen in een richting Brugge-Oostende en in een richting Kortrijk. Bij gebrek hieraan, moest dan maar een nieuwe lijn Tielt en de omliggende gemeenten in het spoorwegnet opnemen. Hij hield ook herhaalde tussenkomsten in verband met de aanhoudende crisis in de vlas- en linnennijverheid en verweet de regering vooral handelsverdragen te hebben gesloten met Frankrijk die zeer nadelig waren voor deze typisch West-Vlaamse mijverheid. (zie: http://www.unionisme.be).

In oktober 1832 werd hij tot rechter benoemd bij de Rechtbank van Eerste Aanleg in Brugge. Na de wet op de onverenigbaarheden in 1848 koos hij voor de magistratuur en bleef rechter tot 31 december 1861. In 1871 werd De Roo opgenomen in de erfelijke adelstand. In 1880 overleed hij op 86-jarige leeftijd.

De voorvaders

Carolus Josephus de Roo behoort tot een stam van het Huis De Roo met vijf generaties baljuws en griffiers in Kanegem, Ruiselede en Tielt.

  • Zijn vader Joannes Carolus De Roo (Ruiselede 1747 - Tielt 1834), gehuwd met Catherina Gilliodts, was griffier te Ruiselede en later notaris in Tielt.
  • Grootvader Joannes De Roo (Ruiselede 1711 - Ruiselede 1786), gehuwd met Anna Maria De Bels (Ardooie 1727 - 1798), was griffier van Ruiselede, Wontergem en Tielt.
  • Zijn overgrootvader Hugonus De Roo (Kanegem 1654 - Ruiselede 1717), gehuwd met Joanna Winnebroot, was griffier van Ruiselede en Wontergem. (Zijn broer Franciscus (1652-1714) was Procureur bij de Raad van Vlaanderen in Gent.)
  • Betovergrootvader Jacobus De Roo (1597-1657) was griffier te Kanegem, waar zijn vader Jan baljuw was.

Nakomelingen

Carolus Josephus de Roo had zes kinderen, onder wie:

  • Prudence de Roo (1823-1895) x advocaat Désiré D'Hauw (1799-1854), xx baron Charles Parry de Grainger (1803-1890)
  • Alphonse Jules de Roo (1826-1905) x Valérie Van Huele (1825-1906), postume dochter van advocaat Jean-Fidèle van Huele (1794-1825)
  • Renilde de Roo (1827-1901) x ridder Eugène de Cock (1818-1891), advocaat, bestendig afgevaardigde en voorzitter van de provincieraad van West-Vlaanderen

Jonkheer Armand de Roo (Brugge 29 januari 1853 - Schaarbeek 7 december 1932), zoon van Alphonse, werd raadsheer bij het Hof van Beroep in Gent, en vervolgens in Brussel waar hij zijn carrière beëindigde als voorzitter. Hij overleed in Schaarbeek, waar een straat zijn naam draagt. Hij trouwde pas in 1923 met Clémence Marie-Louise Jans (1872-1951). Aangezien hij toen zeventig was en de bruid éénenvijftig bleef het gezin kinderloos. Hij was de laatste telg uit deze familie. Zijn echtgenote overleed in 1951 in Ruiselede - Doomkerke, waar Alphonse de Roo omstreeks 1866 op familiegronden een kasteelwoning had laten bouwen.

Literatuur

  • Carl BEYAERT, Biographies des membres du Congrès national, Bruxelles, 1930, blz. 60)
  • Patrick L.E. DEROOVER, De Roo 14de - 21ste eeuw, uitgave in eigen beheer, Oostakker, 2008
  • Marnik BRAET, Griffier Hugo De Roo - Winnebroot en nakomelingen te Ruiselede, Tielt en Brugge (1700-1900), in: Oud Ruysselede, jrg. 22(2005), blz. 82 - 108.
  • Oscar COOMANS DE BRACHÈNE, Etat présent de la noblesse belge, Jaarboek 1997, Tweede Deel, Brussel, 1997
  • Andries VAN DEN ABEELE, De Balie van Brugge, Brugge, 2009.