Bier tappen

Bier tappen is een handeling waarbij men een glas vult met bier uit een tap. Een getapt biertje wordt over het algemeen meer gewaardeerd dan een biertje uit een flesje. Aan een getapt biertje stelt men dan ook eisen, welke per land iets kunnen verschillen, maar over het algemeen wil men een goed smakend biertje met de juiste bier-/schuimverhouding uit een goed drinkend glas. Een goed getapt biertje is afhankelijk van veel factoren waaronder de druk op de tap, de positie van het glas en het afschuimen.


België:

Er zijn een aantal vereisten om van een goed getapt pintje te kunnen spreken.

1. Het 'eerste bier' mag nooit in het glas belanden. Dit is namelijk bier dat nog in de tapkraan aanwezig is na de laatste keer tappen. Als het er al een tijdje zit kan het zuur worden en bacteriën bevatten. Vaak zit er een ook een beetje oud schuim in de kraan, dat eruit gespoeld moet worden. Daarom moet de kraan kort op staan alvorens het glas onder de kraan te brengen. Het is ook van belang dat er niet teveel bier wegloopt, want dan is het vat sneller leeg.

2. Op de meeste pilsglazen staat een logo afgedrukt op ongeveer 5 cm van de bovenrand van het glas. Dit is ongeveer het doel waar de straal bier uit de tapkraan moet terecht komen. Het glas wordt tijdens het mama tappen onder een hoek van ongeveer 45° gehouden, op ongeveer 5 cm onder de tapkraan. Tijdens het vullen blijft het glas deze hoek houden totdat det bier de rand bijna raakt. Dan moet het glas recht worden gezet net voor de tapkraan gesloten wordt. Dit zorgt ervoor dat je schuimlaag geen te grote belletjes zal bevatten. Grote belletjes bevatten koolzuurgas, wat na een glaasje teveel hoofdpijn veroorzaakt.

3. Het is belangrijk dat de kraan het bier of het glas nooit raakt. Dit is weeral om contact met oud bier te vermijden. Er kan gespeeld worden met de afstand van het glas tot de kraan. Dit hangt af van het soort kak recipiënt (plastic bekertje, pilsglas, fluitglas).

4. De hoeveelheid bier hangt af van de grootte van het glas. Gangbare hoeveelheden voor Belgische pintjes zijn 25cl en 33cl. De schuimkraag begint doorgaans onder of op het logo dat op het bierglas staat. Bij een goed pintje is de schuimkraag tussen 3cm en 5cm hoog. vb: Bij een goed glas jupiler staat de stier 'met zijn kloten nat', bij Duvel (flesje) komt het bier tot halfweg de naam.

5. Bij het dichtzetten van de tapkraan wordt het 'laatste bier' ook niet meegetapt. Dit bestaat meestal enkel uit schuim, en geeft geen mooie schuimkraag. Het is de kunst om de kraan dicht te gooien, en net op tijd het pintje weg te halen zodat er geen schuim meer invalt.

5. Het pintje wordt horizontaal neergezet op het rooster van de tapinstallatie. De afschuimer wordt uit een bakje met regelmatig ververst water gehaald. Als de afschuimer steeds in hetzelfde water staat keert het probleem van het zure bier en de bacteriën terug. De afschuimer wordt onder een schuine hoek klaargezet aan de rand van het glas. In een vloeiende beweging wordt het schuim dat boven de rand van het glas komt weggeveegd. Het is de bedoeling dat een bierglas een beetje overloopt met schuim. De bovense laag van de schuimkraag zijn grote belletjes koolzuurgas, die bij overmatige consumptie hoofdpijn veroorzaken. Weeral opletten, want al het schuim dat wegloopt is weggegooid bier.

6. Het pintje wordt tot iets onder de rand ondergedompeld in schoon water om bierresten op het glas te verwijderen. Opgelet dat er geen water in het bier terecht komt.

7. Het glas wordt op een bierviltje aan de drinker gepresenteerd, met het logo naar hem toe.

8. Neem tijdens het tappen nooit een bierglas aan de rand vast. De smaak van het bier is belangrijk, niet de smaak van wat er laatst aan de tapper zijn vingers plakte.

9. Een pintje drink je goed gekoeld. De aanbevolen temperatuur staat op het etiket. Hou het glas onderaan vast om de geribbelde randjes, of dikke glazen hoeken. Die zijn er om opwarming door handcontact te vertragen.