Banyubiru (Semarang)

Banyubiru, ook gespeld als Banyu-Biru (in de koloniale tijd Banjoebiroe of Banjoe Biroe) is een Indonesische stad en onderdistrict (Indonesisch: kecamatan) gelegen in het Midden-Javaanse regentschap Semarang, op circa 45 kilometer ten zuiden van de stad Semarang en vijf kilometer ten zuiden van Ambarawa.

Kampement en gevangenis

In het noordoosten van de stad lag een militair kampement van het KNIL met een gevangenis. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd de gevangenis een kamp voor geïnterneerden, eerst Kamp 10 genoemd. Later werd op een stuk land verderop een Kamp 11 bijgebouwd.

In deze gevangenis werden eerst na de Nederlandse capitulatie tegenover Japan op 8 maart 1942 mannen geïnterneerd (sommigen schreven hun naam op de muren aldaar), en daarna, vanaf februari 1944 tot de bevrijding op 15 augustus 1945, vrouwen en kinderen. Jongens boven de leeftijd van 10 jaar (volgens Japanse opvattingen waren die volwassen) werden na korte tijd verwijderd van hun moeder en overgebracht naar een jongenskamp in Ambarawa.

Veel vrouwen en kinderen die eerst in Kamp Malang (De Wijk) of vrouwenkampen bij Soerabaja en Bandung waren ondergebracht, zijn per trein (Malang - Ambarawa, ca. 40 uur reizen, zonder eten en drinken) naar het station Ambarawa getransporteerd en moesten daarna vijf kilometer naar Banyubiru lopen in de hitte. Zij hebben gedurende de oorlog geleden aan ondervoeding en ziektes, zodat duizenden (vermoedelijk bijna 5500 ) het leven verloren.

Ir. Joh. A.G. Warmer maakte gedurende de periode 1942 - 1945 illegaal een aantal tekeningen in drie Japanse kampen - Kesilir, Banjoe Biroe en Tjikoedapateuh - die in 1984 werden uitgegeven door hem in - Java 1942 - 1945 Kampschetsen.

De capitulatie met Japan vond plaats op 15 augustus 1945 maar 2 dagen daarna, op 17 augustus 1945, verklaarde Soekarno de burgeroorlog (onafhankelijkheidsoorlog) met Nederland waardoor de meeste krijgsgevangenen in hun kampen moesten blijven als gevolg van veiligheidsmaatregelen. Dit heeft voor vele krijgsgevangenen in Banjoebiroe tot eind november 1945 geduurd. Toen werden de krijgsgevangenen in Banjoebiroe op vrachtwagens geladen, die bedekt waren met bulzakken (matrassen) als veiligheid tegen de scherpschutters der extremisten en in convooi, begeleid door Britse vliegtuigen en Ghurka soldaten naar Semarang vervoerd. De Ghurka soldaten hebben na 15 augustus 1945 de gevangenen (vrouwen en kinderen) met licht artillerie beveiligd tegen aanvallen der extremisten die rondom Banyu Biru in de bergen trachten de gevangenis te beschieten en de Nederlandse vrouwen en kinderen te doden.

Men zegt dat Banju Biru - Kamp 10 een van de ergste Jappenkampen is geweest. Na de oorlog is de gevangenis omgebouwd tot een politieacademie, waardoor het geheel veranderd is en als oorlogsmonument helemaal verloren is gegaan. De gebouwen die van buiten tegen de gevangenismuur gebouwd werden ter uitbreiding van het aantal gevangenen verkeren nu (2008) in vervallen staat en de vrees is dat die verloren zullen gaan alhoewel die als oorlogsmonument toch van belang zijn omdat zowel de Nederlanders als de Japanners berichten op de muren hebben geschreven.

Het is niet bekend of de Japanse kampcommandanten Sakai Sadao; Susuki Susumu, Yamada en sommige Nederlandse vrouwen die in de keuken werkten in Banyubiru ooit zijn terechtgesteld als oorlogsmisdadigers.

Boek

In 2008 is over deze gevangenis en Kamp Malang een boek door Inez Hollander gepubliceerd, getiteld Silenced Voices in de Engelse en Verstilde stemmen en verzwegen levens in de Nederlandse uitgave. Het boek beschrijft onder andere het Goebeng transport in Soerabaja in september 1945, waarbij een groot aantal mensen die Banyubiru overleefd hadden op weg naar huis (Oost Java) werden gedood door deelnemers aan de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog (1945 - 1949), die ook wel extremisten werden genoemd. Recent is ook een wel gedocumenteerde publikatie van de hand van Pauline Slot verschenen als een roman over de kampen Malang en BanjoeBiroe kamp 11 getiteld Soerabaja.

Externe links