Autisme: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
RobotQuistnix (overleg | bijdragen)
AleichemAWB (overleg | bijdragen)
dismab graaf met AWB
Regel 8: Regel 8:
'''Autisme''' (afgeleid van het Griekse woord ''αυτός'', zelf) is een [[pervasieve ontwikkelingsstoornis]]. Ze wordt alsdusdanig vermeld in de DSM-IV [[Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders]].
'''Autisme''' (afgeleid van het Griekse woord ''αυτός'', zelf) is een [[pervasieve ontwikkelingsstoornis]]. Ze wordt alsdusdanig vermeld in de DSM-IV [[Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders]].


[[Image:Autistic-sweetiepie-boy-with-ducksinarow.jpg|thumb|right|Slapend autistisch jongetje dat speelgoed, inclusief een paar schoentjes, in een strakke rij heeft opgesteld]]
[[Afbeelding:Autistic-sweetiepie-boy-with-ducksinarow.jpg|thumb|right|Slapend autistisch jongetje dat speelgoed, inclusief een paar schoentjes, in een strakke rij heeft opgesteld]]
Autisme belemmert de sociale interactie en de communicatie en veroorzaakt beperkt en ook zich steeds herhalend gedrag. De stoornis begint al voor het derde levensjaar. Autisme kan niet genezen worden. Een persoon met een ernstige vorm van autisme kan niet zelfstandig leven.
Autisme belemmert de sociale interactie en de communicatie en veroorzaakt beperkt en ook zich steeds herhalend gedrag. De stoornis begint al voor het derde levensjaar. Autisme kan niet genezen worden. Een persoon met een ernstige vorm van autisme kan niet zelfstandig leven.


Regel 16: Regel 16:
In 1944 beschreef [[Hans Asperger]], een Oostenrijks [[psychiater]], een hoger functionerende vorm van autisme, die nu bekend staat als het [[syndroom van Asperger]]. Het artikel was onafhankelijk van dat van Kanner geschreven en in dezelfde periode, maar Asperger schreef in het Duits en kreeg weinig aandacht.
In 1944 beschreef [[Hans Asperger]], een Oostenrijks [[psychiater]], een hoger functionerende vorm van autisme, die nu bekend staat als het [[syndroom van Asperger]]. Het artikel was onafhankelijk van dat van Kanner geschreven en in dezelfde periode, maar Asperger schreef in het Duits en kreeg weinig aandacht.


In de [[Diagnostic_and_Statistical_Manual_of_Mental_Disorders|DSM]] III en verdere (1980-) wordt autisme ingedeeld in de categorie [[pervasieve ontwikkelingsstoornis]]sen. Deze groep wordt vaak als synoniem van autistische stoornissen gebruikt.
In de [[Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders|DSM]] III en verdere (1980-) wordt autisme ingedeeld in de categorie [[pervasieve ontwikkelingsstoornis]]sen. Deze groep wordt vaak als synoniem van autistische stoornissen gebruikt.
Sinds de eerste opname in het handboek zijn enige andere ziektebeelden beschreven.
Sinds de eerste opname in het handboek zijn enige andere ziektebeelden beschreven.
Regel 22: Regel 22:


==Definitie van autisme==
==Definitie van autisme==

===Benadering===
===Benadering===
Autisme wordt bestudeerd door verscheidene takken van de [[wetenschap]]. Naargelang het vakgebied kan de omschrijving van autisme behoorlijk verschillen. In de psychologische vakliteratuur dient (observeerbaar) [[gedrag]] als basis voor (de diagnose van) autisme. In deze gedragsstudies bestaan verschillende scholen waarvan de Britse de dominante is in Europa.
Autisme wordt bestudeerd door verscheidene takken van de [[wetenschap]]. Naargelang het vakgebied kan de omschrijving van autisme behoorlijk verschillen. In de psychologische vakliteratuur dient (observeerbaar) [[gedrag]] als basis voor (de diagnose van) autisme. In deze gedragsstudies bestaan verschillende scholen waarvan de Britse de dominante is in Europa.
Regel 29: Regel 28:


===Triade===
===Triade===
Autisme is een [[Pervasieve ontwikkelingsstoornis|pervasieve ontwikkelingsstoornis]], d.w.z. een ontwikkelingsstoornis die het hele functioneren van de persoon beïnvloedt.
Autisme is een [[pervasieve ontwikkelingsstoornis]], d.w.z. een ontwikkelingsstoornis die het hele functioneren van de persoon beïnvloedt.


Drie kenmerkende eigenschappen, die in voortdurende wisselwerking met elkaar staan, zijn:
Drie kenmerkende eigenschappen, die in voortdurende wisselwerking met elkaar staan, zijn:
Regel 36: Regel 35:
* afwijkingen in sociale interacties (met name met betrekking tot wederkerigheid).
* afwijkingen in sociale interacties (met name met betrekking tot wederkerigheid).


De stoornis, gecombineerd met een andere denkstijl, kan in onaangepaste omgevingen leiden tot een [[handicap]]. Per individu kan de mate en het aantal (zeer weinig personen vertonen álle symptomen) waarin de kenmerken van autisme zich voordoen sterk verschillen. De handicap kan dus in min of meerdere mate aanwezig zijn. Dit hangt onder andere samen met het [[karakter (aard)|karakter]] van de persoon, van zijn ontwikkelingsleeftijd en van omgevingsfactoren.
De stoornis, gecombineerd met een andere denkstijl, kan in onaangepaste omgevingen leiden tot een [[Handicap (medisch)|handicap]]. Per individu kan de mate en het aantal (zeer weinig personen vertonen álle symptomen) waarin de kenmerken van autisme zich voordoen sterk verschillen. De handicap kan dus in min of meerdere mate aanwezig zijn. Dit hangt onder andere samen met het [[karakter (aard)|karakter]] van de persoon, van zijn ontwikkelingsleeftijd en van omgevingsfactoren.


====Communicatie====
====Communicatie====
[[Communicatie]] is gebaseerd op betekenisverlening. Waar taal meestal geen probleem vormt voor mensen met autisme en een normale begaafdheid, is het toekennen van [[Betekenis|betekenis]] aan woorden dat vaak wel.
[[Communicatie]] is gebaseerd op betekenisverlening. Waar taal meestal geen probleem vormt voor mensen met autisme en een normale begaafdheid, is het toekennen van [[betekenis]] aan woorden dat vaak wel.


In de communicatie onderscheidt men: de ''expressieve communicatie'' (het uiten) en de ''receptieve communicatie'' (het begrijpen). Voor beide soorten geldt dat voor mensen met autisme de techniek van de [[Taal|taal]] (onder andere zinsopbouw en woordenschat) begrijpelijk is, maar dat de sociale aspecten van communicatie de moeilijkheid vormen. Hieraan ligt de problematiek van onder meer samenhang aanbrengen binnen de taal en het beperkte [[Empathie|inlevings]]- en verplaatsingsvermogen ten grondslag.
In de communicatie onderscheidt men: de ''expressieve communicatie'' (het uiten) en de ''receptieve communicatie'' (het begrijpen). Voor beide soorten geldt dat voor mensen met autisme de techniek van de [[taal]] (onder andere zinsopbouw en woordenschat) begrijpelijk is, maar dat de sociale aspecten van communicatie de moeilijkheid vormen. Hieraan ligt de problematiek van onder meer samenhang aanbrengen binnen de taal en het beperkte [[Empathie|inlevings]]- en verplaatsingsvermogen ten grondslag.


In de praktijk betekent dit dat mensen met autisme goed kunnen omgaan met alles wat 'letterlijk' en concreet is. Problemen doen zich voor, als de andere partij bijvoorbeeld woordgrapjes of [[Sarcasme|sarcastische]], [[Spreekwoord|spreekwoordelijke]] of [[Emotie|emotioneel]] gekleurde begrippen gaat gebruiken. Hoe abstracter de begrippen worden, hoe moeilijker het wordt voor mensen met autisme.
In de praktijk betekent dit dat mensen met autisme goed kunnen omgaan met alles wat 'letterlijk' en concreet is. Problemen doen zich voor, als de andere partij bijvoorbeeld woordgrapjes of [[Sarcasme|sarcastische]], [[spreekwoord]]elijke of [[Emotie|emotioneel]] gekleurde begrippen gaat gebruiken. Hoe abstracter de begrippen worden, hoe moeilijker het wordt voor mensen met autisme.


====Verbeelding====
====Verbeelding====
Regel 56: Regel 55:
De stoornis binnen de sociale interactie is vaak het opvallendste kenmerk van autisme. Mensen verwachten van elkaar een bepaalde vorm van socialiteit, zeker als het gaat om de opbouw van een relatie, waarin ook wederkerigheid wordt verwacht.
De stoornis binnen de sociale interactie is vaak het opvallendste kenmerk van autisme. Mensen verwachten van elkaar een bepaalde vorm van socialiteit, zeker als het gaat om de opbouw van een relatie, waarin ook wederkerigheid wordt verwacht.


Voor mensen met autisme kunnen dit soort zaken erg moeilijk zijn, omdat er voor sociale interacties geen duidelijke en vaste regels zijn en zij dus weinig houvast hebben. Door hun probleem met empathie en "theory of mind" is het ook erg moeilijk voor hen om zich respectievelijk in de [[Gevoel|gevoelens]] en [[Gedachte|gedachtegang]] van de ander te verplaatsen. Ook zijn sommige mensen met autisme zelf niet goed in het verwoorden van hun gevoelens, omdat deze veel te abstract zijn om daar een concrete betekenis aan toe te kennen.
Voor mensen met autisme kunnen dit soort zaken erg moeilijk zijn, omdat er voor sociale interacties geen duidelijke en vaste regels zijn en zij dus weinig houvast hebben. Door hun probleem met empathie en "theory of mind" is het ook erg moeilijk voor hen om zich respectievelijk in de [[gevoel]]ens en [[gedachte]]gang van de ander te verplaatsen. Ook zijn sommige mensen met autisme zelf niet goed in het verwoorden van hun gevoelens, omdat deze veel te abstract zijn om daar een concrete betekenis aan toe te kennen.


===Cognitieve tekorten===
===Cognitieve tekorten===
Regel 70: Regel 69:


==De diagnose==
==De diagnose==

===Omschrijving en belang===
===Omschrijving en belang===
De [[diagnose]] is de erkenning door een autismedeskundige of een diagnosecentrum van het autisme op basis van gedrags- of biologische criteria. De diagnose kan de basis vormen voor verwerking, ondersteuning en leren. Voor de verwerking is vooral de erkenning van de diagnose door de omgeving erg belangrijk. Voor ondersteuning vragen overheidsinstanties een diagnose ter staving.
De [[diagnose]] is de erkenning door een autismedeskundige of een diagnosecentrum van het autisme op basis van gedrags- of biologische criteria. De diagnose kan de basis vormen voor verwerking, ondersteuning en leren. Voor de verwerking is vooral de erkenning van de diagnose door de omgeving erg belangrijk. Voor ondersteuning vragen overheidsinstanties een diagnose ter staving.
Regel 88: Regel 86:


===Diagnose op basis van biologische kenmerken===
===Diagnose op basis van biologische kenmerken===
* '''[[Genetica|Genetisch onderzoek]]'''. Wat autisme betreft zijn er nog veel vermoedens, maar er is wetenschappelijk nooit iets gevonden. De theorie is dat autisme wordt veroorzaakt door een complexe interactie van verschillende [[gen|genen]] . Een genetische screening om autisme op te sporen is er nog lang niet. Autisme kan nog steeds een andere oorzaak hebben dan een genetische afwijking bijvoorbeeld vergifiging tijdens de zwangerschap. Gedragsobservaties blijven voorlopig de algemeen aanvaarde basis voor het stellen van een diagnose van autisme als [[psychische aandoening]]. Dit kan al op jonge leeftijd.
* '''[[Genetica|Genetisch onderzoek]]'''. Wat autisme betreft zijn er nog veel vermoedens, maar er is wetenschappelijk nooit iets gevonden. De theorie is dat autisme wordt veroorzaakt door een complexe interactie van verschillende [[gen]]en . Een genetische screening om autisme op te sporen is er nog lang niet. Autisme kan nog steeds een andere oorzaak hebben dan een genetische afwijking bijvoorbeeld vergifiging tijdens de zwangerschap. Gedragsobservaties blijven voorlopig de algemeen aanvaarde basis voor het stellen van een diagnose van autisme als [[psychische aandoening]]. Dit kan al op jonge leeftijd.


* '''[[Stofwisseling|Stofwisselingsonderzoek]]''': Aan sommige universiteiten meent men autisme te kunnen vaststellen op basis van urinetesten naar de stof IAG. Toch is dit net als het genetisch onderzoek nog in een [[Embryo|embryonale]] onderzoeksfase.
* '''[[Stofwisseling]]sonderzoek''': Aan sommige universiteiten meent men autisme te kunnen vaststellen op basis van urinetesten naar de stof IAG. Toch is dit net als het genetisch onderzoek nog in een [[embryo]]nale onderzoeksfase.


Autisme lijkt wel genetisch bepaald. De kans op autisme neemt immers flink toe als de stoornis in de familie voorkomt. Autisme komt vaker voor bij mannen. Autisme is een sociale stoornis en vrouwen zijn biologisch gezien ook meer socialer dan mannen. Vrouwen hebben meer [[DNA]] en zijn ook genetisch minder kwetsbaar. Hoewel de kans klein is dat een echte autist zich voorplant zijn er wel studies geweest die vonden dat vaders van autisten vaak technische beroepen erop na hielden en vaak een beetje een "loner" waren.
Autisme lijkt wel genetisch bepaald. De kans op autisme neemt immers flink toe als de stoornis in de familie voorkomt. Autisme komt vaker voor bij mannen. Autisme is een sociale stoornis en vrouwen zijn biologisch gezien ook meer socialer dan mannen. Vrouwen hebben meer [[DNA]] en zijn ook genetisch minder kwetsbaar. Hoewel de kans klein is dat een echte autist zich voorplant zijn er wel studies geweest die vonden dat vaders van autisten vaak technische beroepen erop na hielden en vaak een beetje een "loner" waren.
Regel 122: Regel 120:
De meer alternatieve vormen van behandelingen kunnen gericht zijn op beïnvloeding van het gedrag, de hersenactiviteit stimuleren, of de spiritualiteit en/of mystieke kant, of kunnen specifiek gericht zijn op het kind of de autistische stoornis zelf.
De meer alternatieve vormen van behandelingen kunnen gericht zijn op beïnvloeding van het gedrag, de hersenactiviteit stimuleren, of de spiritualiteit en/of mystieke kant, of kunnen specifiek gericht zijn op het kind of de autistische stoornis zelf.


In alle gevallen is het nuttig om meer informatie over autisme te verzamelen om tot een betere zelfkennis te komen. Ook is lotgenotencontact zeer goed voor de ontwikkeling. Hiervoor zijn diverse instanties zoals [[Personen_uit_het_Autisme_Spectrum_%28PAS%29|Vereniging PAS (Personen uit het Autisme Spectrum)]] (welke zich richt op volwassenen met autisme) en de [[Nederlandse Vereniging voor Autisme|NVA (Nederlandse Vereniging voor Autisme]] (welke zich vooral richt op ouders met autistische kinderen).
In alle gevallen is het nuttig om meer informatie over autisme te verzamelen om tot een betere zelfkennis te komen. Ook is lotgenotencontact zeer goed voor de ontwikkeling. Hiervoor zijn diverse instanties zoals [[Personen uit het Autisme Spectrum (PAS)|Vereniging PAS (Personen uit het Autisme Spectrum)]] (welke zich richt op volwassenen met autisme) en de [[Nederlandse Vereniging voor Autisme|NVA (Nederlandse Vereniging voor Autisme]] (welke zich vooral richt op ouders met autistische kinderen).


== Comorbiditeit ==
== Comorbiditeit ==
Regel 136: Regel 134:
* [[Doofheid]]: al of niet met verstandelijke beperking
* [[Doofheid]]: al of niet met verstandelijke beperking
* [[Schizofrenie]]: Als er een historie bestaat van autistische stoornis of een andere pervasieve ontwikkelingsstoornis, wordt de aanvullende diagnose schizofrenie alleen gesteld als er gedurende een periode van minimaal een maand ook op de voorgrond tredende wanen of hallucinaties zijn,
* [[Schizofrenie]]: Als er een historie bestaat van autistische stoornis of een andere pervasieve ontwikkelingsstoornis, wordt de aanvullende diagnose schizofrenie alleen gesteld als er gedurende een periode van minimaal een maand ook op de voorgrond tredende wanen of hallucinaties zijn,
* [[Klinische depressie|Depressie]], [[psychose]], [[Fobie|fobieën]], [[stress]], [[obsessief-compulsieve stoornis]], [[eetstoornis]], [[slaapstoornis]]: vooral wanneer het autisme lange tijd niet erkend wordt en onbehandeld blijft (zonder verwerkingsproces en/of psycho-medisch ingrijpen) kunnen deze stoornissen optreden, wat het belang van een vroege diagnose nog eens onderstreept
* [[Klinische depressie|Depressie]], [[psychose]], [[fobie]]ën, [[stress]], [[obsessief-compulsieve stoornis]], [[eetstoornis]], [[slaapstoornis]]: vooral wanneer het autisme lange tijd niet erkend wordt en onbehandeld blijft (zonder verwerkingsproces en/of psycho-medisch ingrijpen) kunnen deze stoornissen optreden, wat het belang van een vroege diagnose nog eens onderstreept
* [[Prosopagnosie]]: gezichten zijn veelal objecten, het is vaak niet mogelijk om een gezicht in een 'ogenblik' te herkennen en te plaatsen
* [[Prosopagnosie]]: gezichten zijn veelal objecten, het is vaak niet mogelijk om een gezicht in een 'ogenblik' te herkennen en te plaatsen
* [[Syndroom van Gilles de la Tourette]], of [[chronische motorische of vocale ticstoornis]],
* [[Syndroom van Gilles de la Tourette]], of [[chronische motorische of vocale ticstoornis]],
Regel 146: Regel 144:


==Voetnoten==
==Voetnoten==
{{reflist}}
<references/>


==Documentatie==
==Documentatie==
Regel 157: Regel 155:
* [[PDD-NOS]]
* [[PDD-NOS]]
* [[Hoogfunctionerend autisme]]
* [[Hoogfunctionerend autisme]]
*[[Personen_uit_het_Autisme_Spectrum_%28PAS%29|Vereniging PAS (Personen uit het Autisme Spectrum)]]
*[[Personen uit het Autisme Spectrum (PAS)|Vereniging PAS (Personen uit het Autisme Spectrum)]]



{{wikt|autisme}}
{{wikt|autisme}}


{{commonscat|Autism}}
{{commonscat|Autism}}

{{Link FA|en}}


[[Categorie:Autisme| ]]
[[Categorie:Autisme| ]]
Regel 170: Regel 165:
[[Categorie:Psychiatrie]]
[[Categorie:Psychiatrie]]


{{Link FA|en}}
[[ar:توحّد]]
[[ar:توحّد]]
[[bg:Аутизъм]]
[[bg:Аутизъм]]

Versie van 2 jan 2008 12:18

Esculaap
Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.

Sjabloon:DiseaseDisorder infobox Autisme (afgeleid van het Griekse woord αυτός, zelf) is een pervasieve ontwikkelingsstoornis. Ze wordt alsdusdanig vermeld in de DSM-IV Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders.

Slapend autistisch jongetje dat speelgoed, inclusief een paar schoentjes, in een strakke rij heeft opgesteld

Autisme belemmert de sociale interactie en de communicatie en veroorzaakt beperkt en ook zich steeds herhalend gedrag. De stoornis begint al voor het derde levensjaar. Autisme kan niet genezen worden. Een persoon met een ernstige vorm van autisme kan niet zelfstandig leven.

Historisch overzicht

Hoewel de eerste beschrijving van autisme stamt van halverwege de negentiende eeuw in Engeland, wordt doorgaans de Amerikaanse kinderpsychiater Leo Kanner als eerste beschrijver van het infantiel of vroegkinderlijk autisme beschouwd. Hij nam het woord over van de Zwitserse psychiater Eugen Bleuler (1857-1939). Deze gebruikte de term echter voor schizofrene patiënten die moeite hadden om met andere mensen in contact te treden.

In 1944 beschreef Hans Asperger, een Oostenrijks psychiater, een hoger functionerende vorm van autisme, die nu bekend staat als het syndroom van Asperger. Het artikel was onafhankelijk van dat van Kanner geschreven en in dezelfde periode, maar Asperger schreef in het Duits en kreeg weinig aandacht.

In de DSM III en verdere (1980-) wordt autisme ingedeeld in de categorie pervasieve ontwikkelingsstoornissen. Deze groep wordt vaak als synoniem van autistische stoornissen gebruikt.

Sinds de eerste opname in het handboek zijn enige andere ziektebeelden beschreven. Wel vaak samen genoemd met PDD; McDD is niet opgenomen in de DSM.

Definitie van autisme

Benadering

Autisme wordt bestudeerd door verscheidene takken van de wetenschap. Naargelang het vakgebied kan de omschrijving van autisme behoorlijk verschillen. In de psychologische vakliteratuur dient (observeerbaar) gedrag als basis voor (de diagnose van) autisme. In deze gedragsstudies bestaan verschillende scholen waarvan de Britse de dominante is in Europa.

De neurowetenschap houdt zich bezig met hersenfuncties. Eén van de theorieën die worden onderzocht, is dat stoornissen in spiegelneuronsystemen met autistische verschijnselen samenhangen.[1]

Triade

Autisme is een pervasieve ontwikkelingsstoornis, d.w.z. een ontwikkelingsstoornis die het hele functioneren van de persoon beïnvloedt.

Drie kenmerkende eigenschappen, die in voortdurende wisselwerking met elkaar staan, zijn:

  • afwijkingen in communicatie (zowel verbaal als nonverbaal)
  • afwijkingen in de verbeelding (blindheid voor de context)
  • afwijkingen in sociale interacties (met name met betrekking tot wederkerigheid).

De stoornis, gecombineerd met een andere denkstijl, kan in onaangepaste omgevingen leiden tot een handicap. Per individu kan de mate en het aantal (zeer weinig personen vertonen álle symptomen) waarin de kenmerken van autisme zich voordoen sterk verschillen. De handicap kan dus in min of meerdere mate aanwezig zijn. Dit hangt onder andere samen met het karakter van de persoon, van zijn ontwikkelingsleeftijd en van omgevingsfactoren.

Communicatie

Communicatie is gebaseerd op betekenisverlening. Waar taal meestal geen probleem vormt voor mensen met autisme en een normale begaafdheid, is het toekennen van betekenis aan woorden dat vaak wel.

In de communicatie onderscheidt men: de expressieve communicatie (het uiten) en de receptieve communicatie (het begrijpen). Voor beide soorten geldt dat voor mensen met autisme de techniek van de taal (onder andere zinsopbouw en woordenschat) begrijpelijk is, maar dat de sociale aspecten van communicatie de moeilijkheid vormen. Hieraan ligt de problematiek van onder meer samenhang aanbrengen binnen de taal en het beperkte inlevings- en verplaatsingsvermogen ten grondslag.

In de praktijk betekent dit dat mensen met autisme goed kunnen omgaan met alles wat 'letterlijk' en concreet is. Problemen doen zich voor, als de andere partij bijvoorbeeld woordgrapjes of sarcastische, spreekwoordelijke of emotioneel gekleurde begrippen gaat gebruiken. Hoe abstracter de begrippen worden, hoe moeilijker het wordt voor mensen met autisme.

Verbeelding

Verbeelding is hetgeen mensen gebruiken om een betekenis toe te kennen aan een bepaald symbool. De meeste mensen kunnen betekenissen en symbolen op velerlei wijzen toepassen en vanuit deze basis die toepassingen ook weer in nieuwe situaties te gebruiken, zonder alles opnieuw te moeten leren.

Voor mensen met autisme geldt dit niet. Het gebruik van de betekenis van een symbool in situatie A, helpt hen niet voor het gebruik van hetzelfde symbool in situatie B. Bij kinderen kan dit bijvoorbeeld betekenen, dat zij in de badkamer hun tanden poetsen, omdat het gebruik van de tandenborstel gekoppeld is aan de badkamer. Wil men dan dat het kind in de keuken zijn tanden poetst, zal het kind opnieuw betekenis aan de tandenborstel moeten leren toekennen. De tandenborstel had namelijk enkel een betekenis in combinatie met de badkamer ('tanden poetsen') en niet met de keuken.

Doordat mensen met autisme in stukjes denken (fragmentarisch) is het voor hen ook moeilijk om het grote geheel te zien. Als het beeld dat ze kennen verandert, zullen ze opnieuw beginnen met het waarnemen van alle individuele kenmerken van het beeld, en met het inpuzzelen van deze kenmerken wederom komen tot het grote geheel.

Sociale interacties

De stoornis binnen de sociale interactie is vaak het opvallendste kenmerk van autisme. Mensen verwachten van elkaar een bepaalde vorm van socialiteit, zeker als het gaat om de opbouw van een relatie, waarin ook wederkerigheid wordt verwacht.

Voor mensen met autisme kunnen dit soort zaken erg moeilijk zijn, omdat er voor sociale interacties geen duidelijke en vaste regels zijn en zij dus weinig houvast hebben. Door hun probleem met empathie en "theory of mind" is het ook erg moeilijk voor hen om zich respectievelijk in de gevoelens en gedachtegang van de ander te verplaatsen. Ook zijn sommige mensen met autisme zelf niet goed in het verwoorden van hun gevoelens, omdat deze veel te abstract zijn om daar een concrete betekenis aan toe te kennen.

Cognitieve tekorten

Daarnaast is het aanleren van deze zaken moeilijk, omdat mensen met autisme ook problemen hebben op het kennisniveau. Deze problemen zijn te onderscheiden in:

  1. Centrale coherentiestoornis (problemen met het aanbrengen van een samenhang)
  2. Beperking van de theory of mind (problemen met het inleven of verplaatsen in een ander individu)
  3. Problemen met executieve functies (problemen met de uitvoerende functie)

Autisme versus autistiform gedrag

Het is voor de praktijk van belang onderscheid te maken tussen personen met autisme en personen met autistiform gedrag.

Waar bij personen met autisme de volledige triade aan kenmerken aanwezig is, doet zich bij mensen met autistiform gedrag slechts een enkel kenmerk van autisme voor. Autistiform gedrag kan hinderlijk zijn, maar behoeft niet direct te leiden tot ongewenste gedragingen. Bij mensen met een verstandelijke beperking kan autistiform gedrag eveneens voorkomen.

De diagnose

Omschrijving en belang

De diagnose is de erkenning door een autismedeskundige of een diagnosecentrum van het autisme op basis van gedrags- of biologische criteria. De diagnose kan de basis vormen voor verwerking, ondersteuning en leren. Voor de verwerking is vooral de erkenning van de diagnose door de omgeving erg belangrijk. Voor ondersteuning vragen overheidsinstanties een diagnose ter staving. Eén van de meest voorkomende aandoening die dezelfde symptomen oplevert (differentiële diagnose) is verwaarlozing. Kinderen die erg verwaarloosd zijn (bv kastkinderen) kunnen gedrag vertonen dat lijkt op autisme maar dit is zeker geen autisme.

Diagnosecentra

In Vlaanderen zijn mogelijke diagnosecentra onder andere: een revalidatiecentrum, Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen, Psychiatrisch Centrum, Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg, Psychiatrische Afdeling van een Algemeen Ziekenhuis (PAAZ) of een Centrum voor Gespecialiseerde Voorlichting bij Beroepskeuze. Diensten als een consultatiebureau Kind en Gezin en een Centrum voor leerlingenbegeleiding zijn goed geplaatst om (vermoeden van) autisme te signaleren en door te verwijzen naar meer een meer gespecialiseerd diagnosecentrum.

In Nederland kan men terecht bij de GGD, het RIAGG of bij een autismecentrum in de regio (zoals bijvoorbeeld het Dr. Leo Kannerhuis of C.A.J. de Steiger).

Diagnose op basis van gedrag

Bij het onderzoek naar een diagnose van autisme kijkt de deskundige vooral naar de (sociale) ontwikkelingsgeschiedenis, de medische voorgeschiedenis, taalontwikkeling, stereotiep gedrag/interesses/handelingen, cognitief functioneren, neuropsychologische eigenschappen (zie ook Sally en Anne), motorische vaardigheden, zelfredzaamheid, en psychisch en sociaal-emotioneel functioneren.

Hoewel diagnostische instrumenten zoals gedragsvragenlijsten en observatieschalen de betrouwbaarheid verhogen, blijft de juiste diagnose dus sterk afhankelijk van de klinische ervaring en de intuïtie van de diagnosticus in het herkennen van een bepaald gedragspatroon. Met andere woorden, er is nog steeds een aanzienlijk subjectief element in de diagnostiek.

Toch maakt men voor de medische beeldvorming wel gebruik van een SPECT-scan of MRI-scan.

Diagnose op basis van biologische kenmerken

  • Genetisch onderzoek. Wat autisme betreft zijn er nog veel vermoedens, maar er is wetenschappelijk nooit iets gevonden. De theorie is dat autisme wordt veroorzaakt door een complexe interactie van verschillende genen . Een genetische screening om autisme op te sporen is er nog lang niet. Autisme kan nog steeds een andere oorzaak hebben dan een genetische afwijking bijvoorbeeld vergifiging tijdens de zwangerschap. Gedragsobservaties blijven voorlopig de algemeen aanvaarde basis voor het stellen van een diagnose van autisme als psychische aandoening. Dit kan al op jonge leeftijd.
  • Stofwisselingsonderzoek: Aan sommige universiteiten meent men autisme te kunnen vaststellen op basis van urinetesten naar de stof IAG. Toch is dit net als het genetisch onderzoek nog in een embryonale onderzoeksfase.

Autisme lijkt wel genetisch bepaald. De kans op autisme neemt immers flink toe als de stoornis in de familie voorkomt. Autisme komt vaker voor bij mannen. Autisme is een sociale stoornis en vrouwen zijn biologisch gezien ook meer socialer dan mannen. Vrouwen hebben meer DNA en zijn ook genetisch minder kwetsbaar. Hoewel de kans klein is dat een echte autist zich voorplant zijn er wel studies geweest die vonden dat vaders van autisten vaak technische beroepen erop na hielden en vaak een beetje een "loner" waren.

Bij wie komt autisme voor?

Tot voor enkele jaren, toen men enkel het klassiek autisme als ‘echt’ beschouwde, werd aangenomen dat autisme bij 1 op 2200 mensen voorkwam. (Sommige cijfers zeggen 1 op de 10.000).

Het Steunpunt Expertisenetwerken Vlaanderen spreekt van 1 op 165. In Vlaanderen zou dat neerkomen op 36.000 mensen met een stoornis binnen het autismespectrum, dus om meer mensen dan met een louter verstandelijke beperking. De uitbreiding van de definitie en de verbetering van de diagnose zijn de twee belangrijkste redenen waarom dit cijfer zo is veranderd.

Het Vlaamse Autisme Centraal geeft aan dat 1 op 200 mensen zich binnen het autismespectrum bevinden en 1 op 1000 klassiek autisme hebben.

Een op vier mensen met autisme zou vrouw zijn, maar een lagere intelligentie hebben. Vooral in de groep van normaal begaafden lijken mannen oververtegenwoordigd te zijn. Dit is echter niet heel zeker, het zou kunnen dat vrouwen, en zeker normaal begaafde vrouwen, minder kans hebben een diagnose te krijgen. [2]

Ondersteuning & verwerking

Eens de diagnose gesteld, rijst de vraag hoe erop te reageren. Aan het ene uiterste bevinden zich mensen die te vinden zijn voor de volledige behandeling van autisme. Zij vinden dat mensen met autisme alleen door ondersteuning op maat (onder andere therapie) gelukkig en zelfstandig kunnen leven en hun omgeving moeten ontlasten. Het andere uiterste vindt dat mensen met autisme gerespecteerd moeten worden in hun eigenheid. De maatschappij moet veranderen en autismevriendelijker worden.

Doorgaans begint ondersteuning met herkenning van de mogelijkheden en een vroegtijdige diagnose. Voor de meeste mensen met autisme helpt een autismevriendelijke (concrete & rustige) omgeving en ondersteuning op vlak van onderwijs (bijvoorbeeld GON-begeleiding of inclusief onderwijs) en werk (arbeidstrajectbegeleiding) heel wat om zonder conflicten samen te leven.

Ondersteuning voor de omgeving is vaak de meest laagdrempelige hulp. Duidelijkheid over de diagnose, informatie- en ervaringsuitwisseling en inclusief handelen van hulpverleners helpen de omgeving in de omgang met mensen met autisme. Dit gebeurt onder meer via thuisbegeleiding.

In sommige gevallen is er ook behandeling nodig. Reguliere behandelingsvormen vertrekken op basis van het diagnoserapport en werken meestal op de triade interactie-communicatie-interesses.

De bekendste voorbeelden van algemene benaderingen zijn gedragstherapie en het stimulus-responsmodel.

Meer specifieke benaderingen bestaan uit

  • therapieën met de sociale interactie centraal (bedoeling is de sociale ontwikkeling te begeleiden en te stimuleren),
  • therapieën met de communicatie centraal (bedoeling is het opstandig gedrag functioneel te maken en mensen aan te zetten tot communicatie (bijvoorbeeld Pivotal Response Training),
  • therapieën met het stereotyp gedrag & interessepatroon centraal (bedoeling is in te spelen op de typerende beperkte belangstellingswereld, de rigiditeit in routines en rituelen, en stereotype gedragingen).

De meer alternatieve vormen van behandelingen kunnen gericht zijn op beïnvloeding van het gedrag, de hersenactiviteit stimuleren, of de spiritualiteit en/of mystieke kant, of kunnen specifiek gericht zijn op het kind of de autistische stoornis zelf.

In alle gevallen is het nuttig om meer informatie over autisme te verzamelen om tot een betere zelfkennis te komen. Ook is lotgenotencontact zeer goed voor de ontwikkeling. Hiervoor zijn diverse instanties zoals Vereniging PAS (Personen uit het Autisme Spectrum) (welke zich richt op volwassenen met autisme) en de NVA (Nederlandse Vereniging voor Autisme (welke zich vooral richt op ouders met autistische kinderen).

Comorbiditeit

Er zijn eerst en vooral bijkomende problemen die niet typisch autistisch zijn maar vaak voorkomen, zoals ongewone reacties op zintuiglijke prikkels (hypersensiviteit of hyposensitiviteit), afwijkende motoriek, extreme en schijnbaar onlogische angsten, non-specifieke gedragsproblemen, een disharmonisch ontwikkelingsprofiel en een opvallende vaardigheid op een bepaald vlak (tekenen, musiceren, een geheugen voor data, hoofdrekenen of vroegtijdig kunnen lezen), de idiot savant.

Daarnaast zijn er ook verscheidene comorbide stoornissen (die samen met autisme optreden).
Comorbide stoornissen [3] zijn onder meer:

Voetnoten

  1. Mirella Dapretto, Understanding emotions in others: mirror neuron dysfunction in children with autism spectrum disorders, Nature Neuroscience, Vol. 9, No. 1, pp. 28-30, 2006-01
  2. Deze cijfers worden soms betwijfeld vanuit het vermoeden dat er nog een aantal mensen met hoogfunctionerend autisme zou zijn die (nog) geen diagnose hebben gehad. Het zou gaan om een groep mensen van middelbare en hogere leeftijd.
    Sinds de jaren tachtig van vorige eeuw, met de opkomst van de autismespectrumtheorie, is de psychologische diagnosticering rond autisme immers veel grover en breder geworden. Voor die tijd hadden uitsluitend mensen met autistische stoornis recht op het label 'autisme'. Met de groeiende bekendheid van het werk van Hans Asperger is ook de definitie van autisme verruimd. Mensen die voorheen andere diagnoses kregen, of die geen erkenning kregen voor hun last, kunnen nu aanspraak maken op een diagnose, erkenning en ondersteuning.
  3. . De percentages hieronder hebben betrekking op de personen die in het begin van de 21e eeuw een diagnose autisme(spectrumstoornis) hebben (gekregen). Naarmate meer mensen met een normale of hogere begaafdheid deze diagnose krijgen, zullen deze veranderen.

Documentatie

Zie ook

Zoek autisme op in het WikiWoordenboek.
Zie de categorie Autism van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.