Arnhemse villamoord

De Arnhemse villamoord op 2 september 1998 betreft een roofmoord op een 63-jarige vrouw in een witte villa aan de Apeldoornseweg in Arnhem. Twee vrouwen zijn overvallen en door het hoofd geschoten; een 33-jarige vrouw heeft het overleefd. Een Duitse verdachte kreeg in Duitsland vrijspraak wegens gebrek aan bewijs. Voor de roofmoord zijn negen Nederlandse mannen veroordeeld tot gevangenisstraf (5 tot 12 jaar); acht mannen hebben hun straf uitgezeten terwijl éen verdachte in zijn cel zelfmoord heeft gepleegd. Hun veroordeling is eigenlijk alleen gebaseerd op de bekentenissen van éen verdachte, die overigens integraal op video zijn opgenomen. De andere verdachten zijn steeds blijven ontkennen.

Intussen is er commotie ontstaan, door de publicatie van een boek door onderzoekers van de universiteit van Maastricht onder leiding van hoogleraar rechtspsychologie Peter van Koppen: De Arnhemse villamoord, valse bekentenissen (2014). De veroordeling zou zijn gebaseerd op een valse bekentenis. Ook wordt getwijfeld aan de verklaringen die het andere slachtoffer heeft afgelegd.[bron?] Advocaat Arthur van der Biezen overweegt bij de Hoge Raad herziening aan te vragen van de strafzaak.

Inmiddels is het boek uit de handel gehaald.