Armeense genocide: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Vacio (overleg | bijdragen)
Laatste wijzigingen] door Gebruiker:Armand Sağ ongedaan gemaakt. Brongebruik tegenstrijdig met WP:NPOV, WP:GOO en WP:VER. Zie nader uitleg op overleg.
Regel 2: Regel 2:
De '''Armeense Genocide''' ([[Armeens]]: Հայոց Ցեղասպանութիւն), (door de Turkse regering aangeduid als '''Armeense kwestie''', [[Turks]]: Ermeni Soykırımı) is de naam voor de [[genocide|volkerenmoord]] op honderdduizenden tot meer dan een miljoen [[Armenië]]rs, die gepleegd werden in het [[Ottomaanse Rijk]] ten tijde van het regime van de [[Jonge Turken]]. [[Robert Fisk]] stelt in zijn boek [[De grote beschavingsoorlog]] dat de Armeense genocide de eerste [[Holocaust]] was, waarbij veel Duitsers betrokken waren, die de uitroeiings- en verzwijgingstactieken enige decennia later opnieuw zouden toepassen. [[Winston Churchill]] waarschuwde herhaaldelijk tegen deze praktijken: "De geschiedenis zal vruchteloos speuren naar het woord '[[Armenië]]'."<ref>Robert Fisk - De grote beschavingsoorlog, ISBN 90-8549-001-4</ref>
De '''Armeense Genocide''' ([[Armeens]]: Հայոց Ցեղասպանութիւն), (door de Turkse regering aangeduid als '''Armeense kwestie''', [[Turks]]: Ermeni Soykırımı) is de naam voor de [[genocide|volkerenmoord]] op honderdduizenden tot meer dan een miljoen [[Armenië]]rs, die gepleegd werden in het [[Ottomaanse Rijk]] ten tijde van het regime van de [[Jonge Turken]]. [[Robert Fisk]] stelt in zijn boek [[De grote beschavingsoorlog]] dat de Armeense genocide de eerste [[Holocaust]] was, waarbij veel Duitsers betrokken waren, die de uitroeiings- en verzwijgingstactieken enige decennia later opnieuw zouden toepassen. [[Winston Churchill]] waarschuwde herhaaldelijk tegen deze praktijken: "De geschiedenis zal vruchteloos speuren naar het woord '[[Armenië]]'."<ref>Robert Fisk - De grote beschavingsoorlog, ISBN 90-8549-001-4</ref>


Westerse en Armeense historici, alsmede verschillende Turkse onderzoekers, onder andere [[Taner Akçam]], [[Fatma Muge Gocek]] en [[Halil Berktay]], en de vermoorde [[Hrant Dink]], zijn het over het algemeen eens dat een [[genocide]] plaatsvond. Turkse en andere Westerse wetenschappers, waaronder historici die gespecialiseerd zijn in de geschiedenis van Ottomaanse Rijk zoals [[Bernard Lewis]], [[Justin McCarthy]] en [[Gilles Veinstein]], houden het bij [[deportatie]] en [[massamoord]] van Armeniërs, waarbij nog vaak een [[etnische zuivering]] wordt erkend. Tevens zijn er Armeense onderzoekers, zoals [[Aleksandr Artsrunovich Lalayan]]<ref>Prof. Dr. Aleksandr Artsrunovich Lalayan, The Counter Revolutionary Role Of The Dashnagzoutiun Party (Istanbul 2007)</ref>, de Assyrisch-Armeense [[Edward Tashji]]<ref>Edward Tashji, I Am Called A Friend Of Turks: The Truth Must Be Told - An Autobiography (Rose International Publishing House 2004)</ref> en [[Levon Panos Dabağyan]]<ref>L. P. Dabağyan, Ermeni Tehciri: Emperyalistler Kıskacında [The Armenian Relocation: In Imperialist Claws] (IQ Kültür Sanat 2007)</ref>, die het predicaat 'genocide' verwerpen en spreken van 'uit de hand gelopen oorlogsmaatregelen die in enkele gevallen uitliepen op massamoorden zonder vooropgezet systematisch plan tot vernietiging door de Osmaanse Turken'.<ref>[http://www.dearmeensekwestie.nl/index.php/actueel/armeense-historicus-geen-genocide.html Armeense historicus Levon Panos Dabağyan]</ref> Turkije ontkent de genocide formeel en zet zich actief in tegen [[Erkenning (internationaal recht)|internationale erkenning]] hiervan. Een aantal wetenschappers stelt dat te weinig [[wetenschappelijk bewijs]] is gevonden om definitieve conclusies te trekken. De internationale discussie richt zich vooral op wat precies [[genocide]] is en wie in deze bepaalt dat dat hier daadwerkelijk het geval was.
Westerse historici, alsmede verschillende Turkse historici, onder andere [[Taner Akçam]], [[Fatma Muge Gocek]] en [[Halil Berktay]], en de vermoorde [[Hrant Dink]], zijn het over het algemeen eens dat een [[genocide]] plaatsvond. Turkse en andere Westerse wetenschappers, waaronder historici die gespecialiseerd zijn in de geschiedenis van Ottomaanse Rijk zoals [[Bernard Lewis]], [[Justin McCarthy]] en [[Gilles Veinstein]], houden het bij [[deportatie]] en [[massamoord]] van Armeniërs, waarbij nog vaak een [[etnische zuivering]] wordt erkend. Turkije ontkent de genocide formeel en zet zich actief in tegen [[Erkenning (internationaal recht)|internationale erkenning]] hiervan. Een aantal wetenschappers stelt dat te weinig [[wetenschappelijk bewijs]] is gevonden om definitieve conclusies te trekken. De internationale discussie richt zich vooral op wat precies [[genocide]] is en wie in deze bepaalt dat dat hier daadwerkelijk het geval was.


== Verloop van de gebeurtenissen ==
== Verloop van de gebeurtenissen ==
Regel 48: Regel 48:
=== Na afloop van de Eerste Wereldoorlog ===
=== Na afloop van de Eerste Wereldoorlog ===
Na de wapenstilstand van 1918 en het aftreden van [[Talaat Pasja]]s regering stelden de nieuwe Turkse machthebbers een militaire rechtbank in om de daders te bestraffen. De hoofdverdachten: Talaat, Enver en Djelal waren echter al naar Duitsland gevlucht. En ze hadden daartoe redenen.
Na de wapenstilstand van 1918 en het aftreden van [[Talaat Pasja]]s regering stelden de nieuwe Turkse machthebbers een militaire rechtbank in om de daders te bestraffen. De hoofdverdachten: Talaat, Enver en Djelal waren echter al naar Duitsland gevlucht. En ze hadden daartoe redenen.
De politieke tegenstanders hadden de macht overgenomen. De processen die deze opponenten voerden in 1919 werden door de bezettende machten bestempeld als ''"travestie van recht"'' <ref>Guenter Lewy ''[http://www.meforum.org/article/748 Revisiting the Armenian Genocide]''</ref>. Ze voldeden namelijk niet aan internationale rechtsnormen. Talaat en Djemal werden later door Armeense activisten vermoord; Envar stierf tijdens nieuwe militaire avonturen in Centraal-Azië.
De politieke tegenstanders hadden de macht overgenomen. De processen die deze opponenten voerden in 1919 werden door de bezettende machten bestempeld als ''"travestie van recht"'' <ref>Guenter Lewy ''[http://www.meforum.org/article/748 Revisiting the Armenian Genocide]''</ref>. Ze voldeden namelijk niet aan internationale rechtsnormen. Hierom werd er door de geallieerde overwinnaars van de [[Eerste Wereldoorlog]] op 29 maart 1919 een internationaal tribunaal opgericht in Malta om de verantwoordelijken voor de [[Armeense]] relocatie te kunnen bestraffen.<ref>Bilal Şimşir, Malta Sürgünleri [The Malta Exiles] (Bilgi 2007)</ref> Het [[Malta Tribunaal]] werd uiteindelijk voorgezeten door [[Groot-Brittannië]], alsmede gesteund door de [[Volkerenbond]] en de [[Verenigde Staten]]. Omdat Engelse troepen, na het einde van de Eerste Wereldoorlog, de Osmaanse hoofdstad [[Istanbul]] bezetten, had [[Groot-Brittannië]] alle relevante documenten in haar bezit gekregen. Het onderzoeken van al deze [[documenten]] duurde zo lang dat het tribunaal ruim twee [[jaar]] duurde. De uitslag was echter verrassend: in oktober [[1921]] werden alle ruim 120 verdachten vrijgesproken. Een koninklijke [[Britse]] diplomaat meldde:<ref>[British Archives: PRO—F. 0. 371/6504/E.8515 R.C. Craigie, British Charge d’Affairs at Washington, to Lord Curzon, Telegram No 722 of July 13, 1921]</ref>{{cquote|''I regret to inform your Lordship that there was nothing therein which could be used as evidence against the Turks who are being detained for trial in Malta. The reports seen made mention of only two names of the Turkish officials in question—those of Sabit bey and Suleyman Faik Pasha — and even in these cases the accounts given were confined to the personal opinions of the writers; no concrete facts being given which could constitute satisfactory incriminating evidence.''

''Department of State expressed the wish that no information supplied by them in this connection should be employed in a court of law. Having regard to this stipulation, and the fact that the reports in the possession of the Department of State do not appear in any case to contain evidence against these Turks which would be useful even for the purpose of corroborating information already in possession of H. Majesty’s government.''
''I believe nothing is to be hoped from addressing any further inquiries to the Department of State in this matter.''}}

Hierdoor kon [[Groot-Brittannië]] niet anders dan alle verdachten vrij te laten. Boos over deze rechterlijke uitspraak werden [[Talaat]] en [[Djemal]] al snel vermoord door Armeense [[terroristen]]; Envar stierf tijdens nieuwe militaire avonturen in [[Centraal-Azië]]. Bij actuele discussies verwijst [[Groot-Brittannië]] nog altijd naar de Malta Tribunalen als voornaamste reden voor haar keuze om de 'Armeense Genocide'-resolutie te verwerpen:<ref>[http://www.artukraine.com/famineart/arm_genocide.htm] Baroness Ramsay of Cartvale, Foreign Office spokesperson, April 14, 1999</ref>
{{cquote|''The British Government had condemned the massacres at the time. But in the absence of unequivocal evidence that the Ottoman Administration took a specific decision to eliminate the Armenians under their control at that time, British Governments have not recognized those events as indications of genocide. Nor do we believe it is the business of Governments of today to review events of over 80 years ago, with a view to pronouncing them.}} Ook de [[Verenigde Naties]], in het kielzog van haar voorganger de [[Volkerenbond]], noemt de [[vrijspraak]] van Malta cruciaal om de gebeurtenissen van [[1915]] vanuit juridisch [[oogpunt]] niet als een 'genocide' te kunnen erkennen.<ref>[http://www.dearmeensekwestie.nl/index.php/de-armeense-kwestie/rechtszaken.html] Malta Tribunalen</ref>


== Aantal slachtoffers ==
== Aantal slachtoffers ==
Het aantal slachtoffers is nooit officieel vastgesteld. Historici zijn hierover nog steeds verdeeld. Het belangrijkste verschil zit tussen Turkse en westerse geschiedkundigen gespecialiseerd in Osmaans-Turkse geschiedenis enerzijds versus Armeense en westerse geschiedkundigen gespecialiseerd in genocide studies anderzijds. De meeste Turkse en westerse historici houden het op 200.000 tot 500.000 slachtoffers (zie onder), Armeense en westerse historici spreken van 600.000 tot anderhalf miljoen slachtoffers.
Het aantal slachtoffers is nooit officieel vastgesteld. Historici zijn hierover nog steeds verdeeld. Het belangrijkste verschil zit tussen Turkse en westerse geschiedkundigen gespecialiseerd in Osmaans-Turkse geschiedenis enerzijds versus Armeense en westerse geschiedkundigen gespecialiseerd in genocide studies anderzijds. De meeste Turkse en westerse historici houden het op 200.000 tot 500.000 slachtoffers (zie onder), Armeense en westerse historici spreken van 600.000 tot anderhalf miljoen slachtoffers.


De [[Verenigde Staten|Amerikaanse]] historicus [[Bernard Lewis]] houdt het op 'vele honderdduizenden tot misschien wel een miljoen' slachtoffers.<ref name="Lewis1995"/> Volgens de Britse historicus [[Martin Gilbert]] ligt het aantal slachtoffers rond het miljoen, waarvan 600.000 vermoord in bloedbaden in Anatolië en 400.000 door geweld en hongersterfte tijdens deportaties naar woestijnen in tegenwoordig Syrië en Irak. Nog 200.000 Armeniers werden verplicht zich te bekeren tot de islam.<ref name="Gilbert-167"/> De [[Verenigde Staten|Amerikaanse]] historicus Stanford Shaw spreekt van 200.000 tot 300.000 Armeense doden<ref>[[Stanford J. Shaw]], ''History of the Ottoman Empire and Modern Turkey, Volume 2 of 2: Reform, Revolution, and Republic: The Rise of Modern Turkey 1808-1975'', ISBN 0-5212-9166-6 (Cambridge University Press 1977) p. 200-205, 311-317 & 322-324</ref> en kreeg daardoor een bomaanslag op zijn privé-adres in [[Californië|California]] te verduren van de Armeense ASALA-groep.<ref>''Stanford Shaw was hugely sympathetic towards the Armenians. At UCLA, they organized a huge demonstration at his class. What kind of behavior was that? And then a young man put a bomb in his house in Northridge.'' Dr. Yitzcak Kerem, reportage door Luke Ford (16 maart 2009)</ref> De Britse historicus [[Peter Mansfield]] schat het aantal slachtoffers op één-en-een-kwart miljoen tot anderhalf miljoen.<ref> [[Peter Mansfield]] (2003) ''A History of the Middle-East'', second edition, ISBN 9780141 011233</ref> De Nederlandse wetenschapper [[Erik-Jan Zürcher]] houdt het op 600.000 tot 800.000 slachtoffers.<ref>[[Erik-Jan Zürcher]] (2001) ''Turkey: a modern history'', second edition, pagina 120, ISBN 978-1-86064-222-7</ref> [[Ton Zwaan]] schat het aantal op 800.000 tot 1 miljoen <ref name=autogenerated1>[[Ton Zwaan]] (2001) ''[http://users.skynet.be/bs136227/src2/Bulletin2000/Bull%2017%20Armeense%20genocide.pdf#search=%22ton%20zwaan%20genocide%20armeense%22 De 'vergeten' genocide]''</ref> De Amerikaanse politicoloog [[Rudolph J. Rummel]] heeft berekend dat tussen [[1900]] en [[1924]] circa 1,8 miljoen Armeniërs zijn gedood.<ref>[[R.J. Rummel]] [http://www.mega.nu:8080/ampp/rummel/sod.chap5.htm ''Statistics of Democide'', Hoofdstuk 5 (1997)]</ref>
De [[Verenigde Staten|Amerikaanse]] historicus [[Bernard Lewis]] houdt het op 'vele honderdduizenden tot misschien wel een miljoen' slachtoffers.<ref name="Lewis1995"/> Volgens de Britse historicus [[Martin Gilbert]] ligt het aantal slachtoffers rond het miljoen, waarvan 600.000 vermoord in bloedbaden in Anatolië en 400.000 door geweld en hongersterfte tijdens deportaties naar woestijnen in tegenwoordig Syrië en Irak. Nog 200.000 Armeniers werden verplicht zich te bekeren tot de islam.<ref name="Gilbert-167"/> De Britse historicus [[Peter Mansfield]] schat het aantal slachtoffers op één-en-een-kwart miljoen tot anderhalf miljoen.<ref> [[Peter Mansfield]] (2003) ''A History of the Middle-East'', second edition, ISBN 9780141 011233</ref> De Nederlandse wetenschapper [[Erik-Jan Zürcher]] houdt het op 600.000 tot 800.000 slachtoffers.<ref>[[Erik-Jan Zürcher]] (2001) ''Turkey: a modern history'', second edition, pagina 120, ISBN 978-1-86064-222-7</ref> [[Ton Zwaan]] schat het aantal op 800.000 tot 1 miljoen <ref name=autogenerated1>[[Ton Zwaan]] (2001) ''[http://users.skynet.be/bs136227/src2/Bulletin2000/Bull%2017%20Armeense%20genocide.pdf#search=%22ton%20zwaan%20genocide%20armeense%22 De 'vergeten' genocide]''</ref> De Amerikaanse politicoloog [[Rudolph J. Rummel]] heeft berekend dat tussen [[1900]] en [[1924]] circa 1,8 miljoen Armeniërs zijn gedood.<ref>[[R.J. Rummel]] [http://www.mega.nu:8080/ampp/rummel/sod.chap5.htm ''Statistics of Democide'', Hoofdstuk 5 (1997)]</ref>


=== Aandacht voor de volkerenmoord ===
=== Aandacht voor de volkerenmoord ===
Regel 79: Regel 73:
De discussie richt zich vooral op het feit of de verschillende ministers en overheidsdienaren vooraf van plan waren om genocide te plegen. Door verschillende oorzaken is de precieze gang van zaken volgens sommige wetenschappers niet goed te herconstrueren. Daarnaast zijn ook vervalste documenten geproduceerd, zoals de Armeense ''`[[Andonian papers]]`''.
De discussie richt zich vooral op het feit of de verschillende ministers en overheidsdienaren vooraf van plan waren om genocide te plegen. Door verschillende oorzaken is de precieze gang van zaken volgens sommige wetenschappers niet goed te herconstrueren. Daarnaast zijn ook vervalste documenten geproduceerd, zoals de Armeense ''`[[Andonian papers]]`''.


Invloedrijke wetenschappers in Nederland zijn momenteel onder meer [[Ton Zwaan]] en [[Erik-Jan Zürcher]].
Invloedrijke Nederlandse wetenschappers zijn momenteel onder meer [[Ton Zwaan]], [[Erik-Jan Zürcher]] en [[Uğur Ümit Üngör]].


=== Onduidelijk ===
=== Onduidelijk ===
Regel 86: Regel 80:
=== Erkenning ===
=== Erkenning ===
[[Bestand:ArmenianGenocideRecognition.png|right|thumb|400px|Landen die de Armeense Genocide hebben erkend]]
[[Bestand:ArmenianGenocideRecognition.png|right|thumb|400px|Landen die de Armeense Genocide hebben erkend]]
Zoals eerder is aangegeven, worden de massale moordpartijen van begin vorige eeuw door meestal als [[genocide]] aangeduid. Ton Zwaan noemt de volkerenmoord op de Armeniërs de "vergeten genocide".<ref name=autogenerated1 />. Daarnaast is er een grote internationale lobby die streeft voor erkenning, voornamelijk opgezet door de [[Armeense diaspora]].
Zoals eerder is aangegeven, worden de massale moordpartijen van begin vorige eeuw door de meeste westerse historici als [[genocide]] erkend. Ton Zwaan noemt de volkerenmoord op de Armeniërs de "vergeten genocide".<ref name=autogenerated1 />. Daarnaast is er een grote internationale lobby die streeft voor erkenning, voornamelijk opgezet door de [[Armeense diaspora]].


Verschillende landen en internationale organisaties erkennen de genocide, onder meer zijn dit: [[Argentinië]], [[Armenië]], [[België]], [[Canada]], [[Cyprus]], [[Europese Unie]], [[Frankrijk]], [[Griekenland]], [[Italië]], [[Libanon]], [[Nederland]], [[Polen]], [[Raad van Europa]], [[Rusland]], [[Uruguay]], [[Vaticaanstad]], [[Zweden]] en [[Zwitserland]]. In maart 2010 heeft Italië zich echter gedistantieerd van de berichten dat "Italië de Armeense Genocide zou erkennen", door te stellen dat "in de door het Italiaanse Parlement aangenomen motie van 17 november 2000 het woord 'genocide' niet voorkomt".<ref>[http://www.avim.org.tr/bultentekli.php?haberid=17561 Center For Eurasian Studies</ref> Daarvoor had het Europees Parlement al haar woorden teruggenomen dat "het vaststaat dat het Ottomaanse Rijk genocide heeft gepleegd op zijn Armeense onderdanen" en stelde daarentegen op 27 september 2006 dat "er historisch onderzoek naar de vermeende genocide op Ottomaanse Armenen in de periode 1915-1917 dient plaats te vinden voordat er een oordeel geveld kan worden". Tevens liet het Europees Parlement de eis vallen dat Turkije deze genocide moet erkennen alvorens toe te kunnen treden tot de Europese Unie.<ref>[http://www.vkblog.nl/bericht/77330/Europa_twijfelt_aan_Armeense_genocide Europa twijfelt aan Armeense genocide</ref> Hiermee lijkt de Europese Unie zich te scharen in het rijtje van andere internationale organisaties die ook terughoudend zijn met betrekking tot de erkenning van de 'Armeense Genocide'-resolutie. Zo heeft de grootste internationale organisatie, de Verenigde Naties, tot op heden de gebeurtenissen van 1915 niet opgenomen in hun VN-Genocide Conventie.<ref>[http://www.tegenwicht.org/weblog_2006/67_armeens.htm "De VN spreekt niet van genocide omdat de juridische basis hiertoe ontbreekt en ook Turkije huldigt dit standpunt."</ref> Ook de één na grootste internationale organisatie, de [[Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa]], heeft onlangs in juli 2008 het officiele Turkse standpunt aangenomen.<ref>[http://www.hurriyet.com.tr/english/domestic/9337483.asp?scr=1 Turkish thesis regarding 1915 events adopted by OSCE]</ref> In de media is de Armeense genocide officieel erkend door o.a. ''[[The New York Times]]''{{feit||2010|03|14}}, ''[[Los Angeles Times]]''{{feit||2010|03|14}}, ''[[Associated Press]]''{{feit||2010|03|14}}, ''[[The Times]]''{{feit||2010|03|14}}, ''[[The Independent]]''{{feit||2010|03|14}}, ''[[Izvestia]]''.{{feit||2010|03|14}}
Verschillende landen en internationale organisaties erkennen de genocide, onder meer zijn dit: [[Argentinië]], [[Armenië]], [[België]], [[Canada]], [[Cyprus]], [[Europese Unie]], [[Frankrijk]], [[Griekenland]], [[Italië]], [[Libanon]], [[Nederland]], [[Polen]], [[Raad van Europa]], [[Rusland]], [[Uruguay]], [[Vaticaanstad]], [[Zweden]] en [[Zwitserland]]. In de media is de Armeense genocide officieel erkend door o.a. ''[[The New York Times]]''{{feit||2010|03|14}}, ''[[Los Angeles Times]]''{{feit||2010|03|14}}, ''[[Associated Press]]''{{feit||2010|03|14}}, ''[[The Times]]''{{feit||2010|03|14}}, ''[[The Independent]]''{{feit||2010|03|14}}, ''[[Izvestia]]''.{{feit||2010|03|14}}


De [[Tweede Kamer der Staten-Generaal|Tweede Kamer]] van Nederland nam op [[21 december]] [[2004]] met algemene stemmen een motie van de [[ChristenUnie]] aan waarin het de genocide erkent en de regering verzoekt de kwestie "aan de orde te stellen" bij de Turkse regering <ref>Dossier 21 501-20 Europese Raad nr. 270 Motie van het lid Rouvoet c.s. omtrent inbrenging Armeense genocide in de Europese Raad over de toelatingsonderhandelingen met Turkije.</ref>. In België werd de Armeense genocide erkend al in 1998 door het [[Federaal Parlement van België|Belgische parlement]] <ref>[http://www.senate.be/www/?MIval=/dossier&LEG=1&NR=736&LANG=nl Voorstel van resolutie betreffende de genocide in 1915 van de in Turkije levende Armeniërs], www.senate.be</ref>.
De [[Tweede Kamer der Staten-Generaal|Tweede Kamer]] van Nederland nam op [[21 december]] [[2004]] met algemene stemmen een motie van de [[ChristenUnie]] aan waarin het de genocide erkent en de regering verzoekt de kwestie "aan de orde te stellen" bij de Turkse regering <ref>Dossier 21 501-20 Europese Raad nr. 270 Motie van het lid Rouvoet c.s. omtrent inbrenging Armeense genocide in de Europese Raad over de toelatingsonderhandelingen met Turkije.</ref>. In België werd de Armeense genocide erkend al in 1998 door het [[Federaal Parlement van België|Belgische parlement]] <ref>[http://www.senate.be/www/?MIval=/dossier&LEG=1&NR=736&LANG=nl Voorstel van resolutie betreffende de genocide in 1915 van de in Turkije levende Armeniërs], www.senate.be</ref>.


De Armeense Genocide is in de [[Verenigde Staten]] officieel niet erkend. Hoewel president [[Ronald Reagan]] in [[1981]] expliciet refereerde aan de Armeense genocide<ref>[http://www.armenian-genocide.org/Affirmation.63/current_category.4/affirmation_detail.html Ronald Reagan, Proclamation, 22 April, 1981]</ref>, en hoewel 44 van de [[Staten van de Verenigde Staten|50 staten van Amerika]] de genocide onlangs apart hebben erkend, is dat op federaal niveau in de Verenigde Staten nog niet gebeurd. Reagan's juridisch adviseur uit die periode, Bruce Fein, heeft later echter verklaard dat "uit ons onderzoek naar voren kwam dat er geen sprake was van een systematisch, vooropgezet plan om de Armeense groepen uit te roeien, maar dat het Osmaanse Rijk juist altijd een uitmuntend reputatie had als het ging om de behandeling van zijn minderheden."<ref>[http://www.dearmeensekwestie.nl/index.php/actueel/armeens-onderzoek-van-ronald-reagan.html Bruce Fein]</ref> Fein verklaarde Reagan's speech als volgt: "De Armeense lobby bulkt van het geld, nog steeds zijn ze één van de voornaamste geldschieters voor het Amerikaans Congres".<ref>[http://www.dearmeensekwestie.nl/index.php/actueel/armeens-onderzoek-van-ronald-reagan.html Bruce Fein]</ref> De presidenten van de VS houden jaarlijks op 24 april een toespraak waarmee zij de Armeniërs condoleren, maar, althans tot nu toe, het gebruik van de term 'genocide' vermijden. Op 10 oktober 2007 nam de commissie buitenlandse betrekkingen van het [[Huis van Afgevaardigden (Verenigde Staten)|Huis van Afgevaardigden]] een resolutie (H.Res.106) aan waarmee in het Huis van de Afgevaardigden de genocide zou erkend zou worden. Maar de resolutie kwam niet aan de orde in het Huis van de Afgevaardigden onder druk van het [[Witte Huis (Washington D.C.)|Witte Huis]] dat de nadelige gevolgen hiervan op de relatie met bondgenoot Turkije vreesde <ref>[[De Morgen]], 4 maart 2010. ''[http://www.demorgen.be/dm/nl/990/Buitenland/article/detail/1075897/2010/03/04/VS-bestempelen-nu-ook-Armeense-kwestie-als-volkerenmoord-Turken-razend.dhtml VS bestempelen nu ook Armeense kwestie als volkerenmoord, Turken razend]''</ref>.
De Armeense Genocide is in de [[Verenigde Staten]] officieel niet erkend. Hoewel president [[Ronald Reagan]] in [[1981]] expliciet refereerde aan de Armeense genocide<ref>[http://www.armenian-genocide.org/Affirmation.63/current_category.4/affirmation_detail.html Ronald Reagan, Proclamation, 22 April, 1981]</ref>, en hoewel 44 van de [[Staten van de Verenigde Staten|50 staten van Amerika]] de genocide onlangs apart hebben erkend, is dat op federaal niveau in de Verenigde Staten nog niet gebeurd. De presidenten van de VS houden jaarlijks op 24 april een toespraak waarmee zij de Armeniërs condoleren, maar, althans tot nu toe, het gebruik van de term 'genocide' vermijden. Op 10 oktober 2007 nam de commissie buitenlandse betrekkingen van het [[Huis van Afgevaardigden (Verenigde Staten)|Huis van Afgevaardigden]] een resolutie (H.Res.106) aan waarmee in het Huis van de Afgevaardigden de genocide zou erkend zou worden. Maar de resolutie kwam niet aan de orde in het Huis van de Afgevaardigden onder druk van het [[Witte Huis (Washington D.C.)|Witte Huis]] dat de nadelige gevolgen hiervan op de relatie met bondgenoot Turkije vreesde <ref>[[De Morgen]], 4 maart 2010. ''[http://www.demorgen.be/dm/nl/990/Buitenland/article/detail/1075897/2010/03/04/VS-bestempelen-nu-ook-Armeense-kwestie-als-volkerenmoord-Turken-razend.dhtml VS bestempelen nu ook Armeense kwestie als volkerenmoord, Turken razend]''</ref>.


Op 19 januari 2008 beloofde [[Barack Obama]], toen nog [[Amerikaanse Senaat|senator]], dat hij als president van de VS de Armeense genocide zou erkennen. Hij zei dat hij ervan overtuigd was dat ''"de Armeense Genocide geen beschuldiging is, geen persoonlijke overtuiging of standpunt, maar een breeduit gedocumenteerd gegeven, gestaafd door een grote hoop historische bewijzen. De feiten zijn onweerlegbaar. Een officieel beleid dat diplomaten aanspoort tot verdraaien van historische feiten is onhoudbaar."'' <ref>BarackObama.com, 19 januari 2008.[http://www.barackobama.com/2008/01/19/barack_obama_on_the_importance.php ''Barack Obama on the Importance of US-Armenia Relations''.] Raadpleegd op 6 maart 2010.</ref>
Op 19 januari 2008 beloofde [[Barack Obama]], toen nog [[Amerikaanse Senaat|senator]], dat hij als president van de VS de Armeense genocide zou erkennen. Hij zei dat hij ervan overtuigd was dat ''"de Armeense Genocide geen beschuldiging is, geen persoonlijke overtuiging of standpunt, maar een breeduit gedocumenteerd gegeven, gestaafd door een grote hoop historische bewijzen. De feiten zijn onweerlegbaar. Een officieel beleid dat diplomaten aanspoort tot verdraaien van historische feiten is onhoudbaar."'' <ref>BarackObama.com, 19 januari 2008.[http://www.barackobama.com/2008/01/19/barack_obama_on_the_importance.php ''Barack Obama on the Importance of US-Armenia Relations''.] Raadpleegd op 6 maart 2010.</ref>
Regel 98: Regel 92:
Op 4 Maart 2010 werd door het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden voor de tweede keer een resolutie aangenomen die de Armeense genocide erkent.<ref>[[Trouw (krant)|Trouw]], 4 maart 2010, ''[http://www.trouw.nl/nieuws/wereld/article3005887.ece/Resolutie_over_Armeense_genocide_goedgekeurd.html VS erkennen Armeense genocide]''</ref> De Turkse regering heeft hierop gereageerd door haar ambassadeur terug uit [[Washington DC]] te trekken voor overleg. Voordat er sprake zou zijn van de erkenning van de Armeense genocide door de VS, moest deze resolutie goedgekeurd worden door het Huis van de Afgevaardigden en vervolgens door de Senaat. Maar ook deze keer werd de resolutie tegengegaan door het Witte Huis <ref>[[De Volkskrant]], 5 maart 2010. ''[http://www.volkskrant.nl/buitenland/article1356209.ece/Genocide-motie_sneuvelt_onder_druk_van_Turkije Genocide-motie sneuvelt onder druk van Turkije]''</ref> met het oog op geopolitieke belangen<ref>[http://www.elsevier.nl/web/Nieuws/Buitenland/259909/Na-protest-Turkije-Obama-blokkeert-genocideresolutie.htm Obama blokkeert genocideresolutie] [[Elsevier (opinieweekblad)|Elsevier]] 4 maart 2010</ref>.
Op 4 Maart 2010 werd door het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden voor de tweede keer een resolutie aangenomen die de Armeense genocide erkent.<ref>[[Trouw (krant)|Trouw]], 4 maart 2010, ''[http://www.trouw.nl/nieuws/wereld/article3005887.ece/Resolutie_over_Armeense_genocide_goedgekeurd.html VS erkennen Armeense genocide]''</ref> De Turkse regering heeft hierop gereageerd door haar ambassadeur terug uit [[Washington DC]] te trekken voor overleg. Voordat er sprake zou zijn van de erkenning van de Armeense genocide door de VS, moest deze resolutie goedgekeurd worden door het Huis van de Afgevaardigden en vervolgens door de Senaat. Maar ook deze keer werd de resolutie tegengegaan door het Witte Huis <ref>[[De Volkskrant]], 5 maart 2010. ''[http://www.volkskrant.nl/buitenland/article1356209.ece/Genocide-motie_sneuvelt_onder_druk_van_Turkije Genocide-motie sneuvelt onder druk van Turkije]''</ref> met het oog op geopolitieke belangen<ref>[http://www.elsevier.nl/web/Nieuws/Buitenland/259909/Na-protest-Turkije-Obama-blokkeert-genocideresolutie.htm Obama blokkeert genocideresolutie] [[Elsevier (opinieweekblad)|Elsevier]] 4 maart 2010</ref>.


Al op 19 mei 1984 ondertekenden 69 Amerikaanse historici, allen met een specialiteit op Osmaans-Turkse studies, het [[No Genocide Agreement]] wat in de toonaangevende kranten The New York Times en The Washington Post werd gepubliceerd. In de overeenkomst, die ondertekend werd door vrijwel alle grootmachten op het vlak van Osmaans-Turkse geschiedenis zoals de hoogleraren Prof. Dr. Heath Lowry, Prof. Dr. Justin McCarthy, Prof. Dr. Bernard Lewis en Prof. Dr. Stanford Shaw, stond onder andere dat "er in de kwestie ook gekeken moest worden naar het lijden van de moslimbevolking" en dat "zowel Turkije als de Sovjet Unie (Armenie red.) hun archieven dienen te openen".<ref>[http://www.dearmeensekwestie.nl/index.php/krantenberichten/no-genocide-agreement.html] De tekst, zoals verschenen in The New York Times]]</ref> Op [[7 maart]] [[2000]] ondertekenden 126 academici en voorzitters van verschillende [[Holocaust]]studiecentra een politieke verklaring in [[Philadelphia (Pennsylvania)|Philadelphia]], waarin zij vastlegden dat de genocide heeft plaatsgevonden. Hun aanbeveling aan [[Turkije]] is om in het reine te komen met dit feit en hun aanbeveling aan de rest van de wereld is om deze genocide te erkennen. Ondertekenaars zijn onder andere professoren [[Yeshuda Bauer]], [[Ward Churchill]], [[Jack Needle]] en Nobelprijswinnaar [[Elie Wiesel]]<ref>[http://www.armenian-genocide.org/Affirmation.21/current_category.3/affirmation_detail.html Statement by 126 Holocaust Scholars, Holders of Academic Chairs, and Directors of Holocaust Research and Studies Centers], 7 maart 2000</ref><ref>[http://www.armenian-genocide.org/popup/affirmation_window.html?Affirmation=21 Afbeelding van de advertentie] in de [[New York Times]]</ref>. Dit werd op 23 april 2001 gevolgd door een andere verklaring van 125 academici die "hun volledige steun uitspraken voor hun 69 collega's van de [No Genocide Agreement]" en "de term 'genocide' discutabel en een twistpunt onder historici" noemden.<ref>[http://penn.turkishstudents.org/?p=103] Declaration on the Turkish-Armenian Problem]]</ref>
Op [[7 maart]] [[2000]] ondertekenden 126 academici en voorzitters van verschillende [[Holocaust]]studiecentra een politieke verklaring in [[Philadelphia (Pennsylvania)|Philadelphia]], waarin zij vastlegden dat de genocide heeft plaatsgevonden. Hun aanbeveling aan [[Turkije]] is om in het reine te komen met dit feit en hun aanbeveling aan de rest van de wereld is om deze genocide te erkennen. Ondertekenaars zijn onder andere professoren [[Yeshuda Bauer]], [[Ward Churchill]], [[Jack Needle]] en Nobelprijswinnaar [[Elie Wiesel]]<ref>[http://www.armenian-genocide.org/Affirmation.21/current_category.3/affirmation_detail.html Statement by 126 Holocaust Scholars, Holders of Academic Chairs, and Directors of Holocaust Research and Studies Centers], 7 maart 2000</ref><ref>[http://www.armenian-genocide.org/popup/affirmation_window.html?Affirmation=21 Afbeelding van de advertentie] in de [[New York Times]]</ref>.

De Turkse [[socioloog]] [[Taner Akçam]] heeft in een reeks boeken de bewijzen van de genocide openbaar gemaakt. Hij citeert zelfs [[Mustafa Kemal Atatürk|Atatürk]] die de genocide al in 1920 een schande noemt, alhoewel dit citaat omstreden is.<ref>[http://www.trouw.nl/deverdieping/religie_filosofie/article581146.ece/Armeense_genocide_Ik_had_zelf_ook_geen_flauw_benul Armeense genocide: "Ik had zelf ook geen flauw benul."], Eildert Mulder, [[Trouw (krant)|Trouw]], [[22 december]] [[2006]]</ref> [[Mustafa Kemal Atatürk|Mustafa Kemal]] verdedigde tijdens deze processen{{feit||2008|08|04}} zijn afkeer in woord en daad tegen het zuiveringsbeleid van [[Enver Pasja]], dat militair gezien een ramp was en de genocide mogelijk zou hebben gemaakt. Ook minachtte Mustafa de organisatie van de deportaties.{{feit||2008|08|04}}

De oprichting van deze monumenten heeft destijds tot felle rellen geleid. Turkse ingezetenen, veelal bijgestaan door rabiate Turks-[[nationalisme|nationalistische]] [[Grijze Wolven]], bedreigden in woord en daad plaatselijke politici die sympathiseerden met de Armeense verzoekers.{{feit||2008|08|04}} Van tijd tot tijd verzoeken zij het monument te verwijderen, meestentijds met als argument dat het de Turkse ziel verwondt.


=== Ontkenning ===
=== Ontkenning ===
Regel 107: Regel 105:


Vaak worden door degenenen die de genocide ontkennen de zogenaamde 'Andonian Papers' aangehaald, een bekende vervalsing ten gunste van het Armeense standpunt.
Vaak worden door degenenen die de genocide ontkennen de zogenaamde 'Andonian Papers' aangehaald, een bekende vervalsing ten gunste van het Armeense standpunt.

Er werden wel pogingen gedaan tot verzoening. Op aansporen van de [[Verenigde Staten]] werd een verzoeningscommissie opgericht in [[2001]] met Turkse en Armeense leden. Deze publiceerden hun rapport, waarop de Turkse leden collectief ontslag namen uit de commissie.{{feit||2008|08|04}}


In [[2005]] hield de Turkse premier [[Recep Tayyip Erdoğan]] een gezamenlijke persconferentie met oppositieleider [[Deniz Baykal]] waarin zij Armeense geschiedkundigen uitnodigden collega's uit Turkije te ontmoeten om uit te vinden wat er gebeurde. Ook riepen ze Armenië op de archieven te openen. De Armeense minister van buitenlandse zaken reageerde dat bekend is wat gebeurde en dat de Armeense archieven altijd open zijn geweest.
In [[2005]] hield de Turkse premier [[Recep Tayyip Erdoğan]] een gezamenlijke persconferentie met oppositieleider [[Deniz Baykal]] waarin zij Armeense geschiedkundigen uitnodigden collega's uit Turkije te ontmoeten om uit te vinden wat er gebeurde. Ook riepen ze Armenië op de archieven te openen. De Armeense minister van buitenlandse zaken reageerde dat bekend is wat gebeurde en dat de Armeense archieven altijd open zijn geweest.
Regel 131: Regel 131:
Op het Henri Michauxplein in [[Elsene]] ([[Brussels Hoofdstedelijk Gewest]]) staat sinds 1997 een monument ter nagedachtenis van deze volkerenmoord.
Op het Henri Michauxplein in [[Elsene]] ([[Brussels Hoofdstedelijk Gewest]]) staat sinds 1997 een monument ter nagedachtenis van deze volkerenmoord.


In Nederland is in [[Assen]] een monument op Begraafplaats de Boskamp. De oprichting van deze monumenten heeft destijds tot felle rellen geleid.
In Nederland is in [[Assen]] een monument op Begraafplaats de Boskamp. De oprichting van deze monumenten heeft destijds tot felle rellen geleid. Turkse ingezetenen, veelal bijgestaan door rabiate Turks-[[nationalisme|nationalistische]] [[Grijze Wolven]], bedreigden in woord en daad plaatselijke politici die sympathiseerden met de Armeense verzoekers.{{feit||2008|08|04}} Van tijd tot tijd verzoeken zij het monument te verwijderen, meestentijds met als argument dat het de Turkse ziel verwondt.


=== Kunst ===
=== Kunst ===

Versie van 26 mrt 2010 16:11

Een gedeporteerde Armeense moeder met haar dode kind in de woestijn nabij Aleppo, Ottomaanse Rijk.

De Armeense Genocide (Armeens: Հայոց Ցեղասպանութիւն), (door de Turkse regering aangeduid als Armeense kwestie, Turks: Ermeni Soykırımı) is de naam voor de volkerenmoord op honderdduizenden tot meer dan een miljoen Armeniërs, die gepleegd werden in het Ottomaanse Rijk ten tijde van het regime van de Jonge Turken. Robert Fisk stelt in zijn boek De grote beschavingsoorlog dat de Armeense genocide de eerste Holocaust was, waarbij veel Duitsers betrokken waren, die de uitroeiings- en verzwijgingstactieken enige decennia later opnieuw zouden toepassen. Winston Churchill waarschuwde herhaaldelijk tegen deze praktijken: "De geschiedenis zal vruchteloos speuren naar het woord 'Armenië'."[1]

Westerse historici, alsmede verschillende Turkse historici, onder andere Taner Akçam, Fatma Muge Gocek en Halil Berktay, en de vermoorde Hrant Dink, zijn het over het algemeen eens dat een genocide plaatsvond. Turkse en andere Westerse wetenschappers, waaronder historici die gespecialiseerd zijn in de geschiedenis van Ottomaanse Rijk zoals Bernard Lewis, Justin McCarthy en Gilles Veinstein, houden het bij deportatie en massamoord van Armeniërs, waarbij nog vaak een etnische zuivering wordt erkend. Turkije ontkent de genocide formeel en zet zich actief in tegen internationale erkenning hiervan. Een aantal wetenschappers stelt dat te weinig wetenschappelijk bewijs is gevonden om definitieve conclusies te trekken. De internationale discussie richt zich vooral op wat precies genocide is en wie in deze bepaalt dat dat hier daadwerkelijk het geval was.

Verloop van de gebeurtenissen

Bestand:Armenians.jpg
De regio's met Armeense populatie in het oosten van Anatolië en de Transkaukasië in 1896.
Armeense partizaneneenheid staat in gevechtslinie tegen het Turkse leger rond de stad Van in mei 1915.

Achtergrond

Sinds 1454 maakte Armenië deel uit van het Ottomaanse Rijk. Dit rijk raakte in de loop van de achttiende en negentiende eeuw langzaam in verval. In de verschillende Russisch-Turkse oorlogen had het rijk steeds meer terrein verloren aan Rusland. Ook in het Middellandse Zeegebied verloor het rijk gebieden en invloed. Sinds het Verdrag van Küçük Kaynarca van 1774 stonden de Armeens orthodoxe christenen in het Ottomaanse Rijk onder bescherming van Rusland.

Eind negentiende eeuw was het rijk sterk beïnvloed door Westerse ideeën over nationalisme en patriottisme. Deze ideeën ondermijnden de structuur van millets, de verschillende geloofsgemeenschappen, van het Ottomaanse rijk.[2] Op de Balkan vochten de verschillende christelijke groeperingen voor hun onafhankelijkheid en na de onafhankelijkheid van Bulgarije (1878) werd het duidelijk dat wellicht ook voor de Armeniërs onafhankelijkheid mogelijk was. De overwegend Armeens-orthodoxe Armeniërs eisten hervormingen, waaronder de invoering van stemrecht en een constitutionele regering, en een einde aan discriminatie van christenen. Sultan Abdul Hamid II reageerde met harde onderdrukking, wat het nationalisme van de Armeniërs deed toenemen. Uiteindelijk werden bij pogroms, die plaats vonden met oogluikende toelating of misschien zelfs aanmoediging door de sultan tussen 1894 en 1896 vele tienduizenden Armeniërs gedood.[3]

Naast buitenlandse bemoeienis woedde er ook voortdurend een binnenlandse machtsstrijd. In 1908 greep in Turkije de Jong-Turkse revolutie met een machtsovername plaats door de Unionisten of Jonge Turken. In 1913 pleegde de extremistische vleugel van de Unionisten een nieuwe staatsgreep. Een triumviraat, bestaande uit de officieren Talaat Pasja, Enver Pasja en Djemal Pasja vestigde een repressieve dictatuur, gestoeld op een agressief Turks nationalisme. De machtsovername van 1908 werd aanvankelijk door de Armeniërs gesteund. Spoedig bleek echter dat in het nieuwe Turkije, dat de Jong-Turken voor ogen stond, voor de Armeniërs geen plaats was. De Jong-Turken droomden van een groot aaneengesloten Turks rijk, dat zich uitstrekte van de Balkan tot Centraal-Azië, waarin alle Turkssprekende volkeren verenigd zouden zijn. In deze beweging, pan-Turkisme geheten, was geen plaats voor de Armeniërs en andere niet-Turkse volkeren. De Armeniërs die immers geografisch precies tussen de verschillende Turkse broedervolkeren in leefden, vormden opeens de voornaamste belemmering voor dit pan-Turkisme.

Het is dit samengaan van buitenlandse inmenging en intense binnenlandse machtsstrijd, aangewakkerd door een extreem-nationalistische ideologie, die de Armeniërs uiteindelijk de das heeft omgedaan.

De genocide

Tijdens de Eerste Wereldoorlog koos het Ottomaanse Rijk de kant van de Centrale Mogendheden (Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Bulgarije) waardoor het in oorlog raakte met de Entente (Rusland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk).

Op 25 februari 1915 beval Enver Pasja alle militaire eenheden om soldaten van Armeense afkomst te demobiliseren en in te zetten in de onbewapende 'Werkbataljons'. Als reden werd angst voor collaboratie van de Armeniërs met de Russen opgegeven. Het kan echter ook een bewuste actie tot inleiding van een genocide zijn geweest, waarbij er nauwelijks sprake zou zijn van gewapend verzet. Dit verzet is er dan ook nauwelijks geweest, een belangrijke uitzondering vormen de gevechten bij de stad Van. Deze gevechten begonnen op 20 april en eindigden op 17 mei met de komst van het Russische leger. Een aanleiding voor de opstand waren moordpartijen op Armeniërs die al in het begin van 1915 hadden plaatsgevonden in de buurt van het front.

Op 24 april 1915 werden honderden tot enkele duizenden leden van de Armeense elite zonder enkele vorm van proces vermoord in Constantinopel (Istanbul). Deze dag wordt nog altijd herdacht door de Armeniërs als het begin van de volkerenmoord.

Hierna besloot het Ottomaans regime officieel alle Armeniërs te deporteren naar de zuidelijke provincie Syrië, dat toen nog deel uitmaakte van het Ottomaanse Rijk. Talaat Pasja gaf als reden de recentelijke opstanden en massamoorden door Armeniërs op verscheidene plaatsen in het land. Hij doelde hierbij vooral op de opstand in Van. De deportatie had in wezen geen bestemming, maar was in eerste instantie georganiseerd richting de stad Aleppo in het huidige Syrië en van daar uit naar de Der el-Zor-woestijn. Er werden waarschijnlijk 25 grote concentratiekampen opgezet onder de leiding van de rechterhand van Talaat Pasja, Sükrü Kaya, waarvan de meeste lagen op de huidige Syrische en Iraakse grenzen en waarvan sommige alleen dienden als doorvoerkampen. Het grootste deel van de kampbewaarders bestond uit Armeniërs.[4]

Armeniërs marcheren naar een dichtbijzijnde gevangenis bij Mezireh door Turkse soldaten. Kharpert, Armenië, Ottomaanse Rijk - April, 1915.

Officieel waren bepaalde categorieën Armeniërs vrijgesteld van deportatie: katholieken, protestanten, spoorwegarbeiders en leden van de krijgsmacht. In de praktijk zijn ook Armeniërs uit deze groepen slachtoffer geworden. Armeniërs uit Istanbul en İzmir werden niet gedeporteerd.[5]

Er was niet gezorgd voor eten of drinken voor de Armeniërs tijdens de tochten van de verschillende delen van het land naar Syrië. Volgens ooggetuigen en historische documenten bezweken Armenen op de marsen naar het hedendaagse Syrië aan dorst, honger of werden doodgeranseld of -geschoten door de begeleidende Turkse gendarmerie. Voorts werden Armeense vrouwen en meisjes onderweg regelmatig verkracht. Andere Armeniërs, volgens de Britse historicus Martin Gilbert de meerderheid van de slachtoffers, werden in of nabij hun woonplaatsen vermoord.[6] Niet het Turkse leger maar de door Behaeddin Şakir opgezette "Speciale Organisatie" - een geheime dienst van de Osmaanse regeringspartij - had in die massaslachtingen een centrale rol. Deze laatste bestond uit onder meer Koerdische stammen en vrijgelaten misdadigers die onder direct gezag van de partij stonden.

Volgens Akçam in zijn boek "A Shameful Act", werden deze milities gestationeerd langs de deportatieroute met het enige doel zo veel mogelijk Armeniërs om te brengen. De plaatselijke bevolking, al dan niet gedwongen betrokken in het complot, werd daarnaast aangemoedigd om de woningen van de gedeporteerden te plunderen; daarbij was het helpen onderduiken van Armeniërs verboden, op straffe van dood door strop. Plaatselijke gezagdragers en de moslimbevolking steunden allerminst unaniem de omstreden beslissing van het triumviraat.

Samenvatting van de gebeurtenissen van 1915

Bestand:Геноцид армян - 1915 год.jpg
1915
Armeense vluchtelingen
  • januari: Het Ottomaanse leger lijdt bij Sarikamisj een zware nederlaag tegen de Russen
  • februari: Brits offensief bij Gallipoli om de toegang tot de Bosporus te verwerven.
  • april: Armeense opstand in Van. Het bevel tot deportatie wordt gegeven van Armeniërs uit de oostelijk gelegen provincies. Op 24 april wordt een groot deel van de Armeense elite in Istanboel opgepakt, weggevoerd of vermoord.
  • mei: De Britse, Franse en Russische regeringen waarschuwen dat ze de Ottomaanse leiders persoonlijk verantwoordelijk zullen stellen voor de bloedbaden
  • zomer 1915: start van deportaties en moordpartijen van Armeniërs in het binnenland en aan de Middellandse Zeekust.
  • september: uitvaardiging van een wet voor de onteigening van de bezittingen van de weggevoerden.

Na afloop van de Eerste Wereldoorlog

Na de wapenstilstand van 1918 en het aftreden van Talaat Pasjas regering stelden de nieuwe Turkse machthebbers een militaire rechtbank in om de daders te bestraffen. De hoofdverdachten: Talaat, Enver en Djelal waren echter al naar Duitsland gevlucht. En ze hadden daartoe redenen. De politieke tegenstanders hadden de macht overgenomen. De processen die deze opponenten voerden in 1919 werden door de bezettende machten bestempeld als "travestie van recht" [7]. Ze voldeden namelijk niet aan internationale rechtsnormen. Talaat en Djemal werden later door Armeense activisten vermoord; Envar stierf tijdens nieuwe militaire avonturen in Centraal-Azië.

Aantal slachtoffers

Het aantal slachtoffers is nooit officieel vastgesteld. Historici zijn hierover nog steeds verdeeld. Het belangrijkste verschil zit tussen Turkse en westerse geschiedkundigen gespecialiseerd in Osmaans-Turkse geschiedenis enerzijds versus Armeense en westerse geschiedkundigen gespecialiseerd in genocide studies anderzijds. De meeste Turkse en westerse historici houden het op 200.000 tot 500.000 slachtoffers (zie onder), Armeense en westerse historici spreken van 600.000 tot anderhalf miljoen slachtoffers.

De Amerikaanse historicus Bernard Lewis houdt het op 'vele honderdduizenden tot misschien wel een miljoen' slachtoffers.[5] Volgens de Britse historicus Martin Gilbert ligt het aantal slachtoffers rond het miljoen, waarvan 600.000 vermoord in bloedbaden in Anatolië en 400.000 door geweld en hongersterfte tijdens deportaties naar woestijnen in tegenwoordig Syrië en Irak. Nog 200.000 Armeniers werden verplicht zich te bekeren tot de islam.[6] De Britse historicus Peter Mansfield schat het aantal slachtoffers op één-en-een-kwart miljoen tot anderhalf miljoen.[8] De Nederlandse wetenschapper Erik-Jan Zürcher houdt het op 600.000 tot 800.000 slachtoffers.[9] Ton Zwaan schat het aantal op 800.000 tot 1 miljoen [10] De Amerikaanse politicoloog Rudolph J. Rummel heeft berekend dat tussen 1900 en 1924 circa 1,8 miljoen Armeniërs zijn gedood.[11]

Aandacht voor de volkerenmoord

De wereld had maar weinig aandacht voor de genocide. Dit kwam hoogstwaarschijnlijk doordat er door de strenge oorlogscensuur weinig berichtgeving uit het Ottomaanse Rijk naar buiten kwam en omdat de verschrikkingen van de loopgraven aan het westelijke front in de kranten de overhand hadden. Uitzonderingen op de geringe aandacht die toentertijd aan de genocide werd besteed waren de beschrijvingen van de Amerikaanse krant New York Times en de toenmalige Amerikaanse ambassadeur in Istanboel, Henry Morgenthau Sr. Talaat Pasha reageerde op de protesten van de Amerikaanse ambassadeur met de woorden: Je bent een Jood, deze mensen zijn christenen... Waarom kan je ons niet laten doen met deze christenen wat wij wensen?[12].

Veel later zou Adolf Hitler verklaren: Het doel van de oorlog is niet de linies te herdefiniëren, maar de vijand fysiek te vernietigen. Door deze methode zullen wij de vitale levensruimte verkrijgen die wij nodig hebben. Wie spreekt vandaag nog over het bloedbad onder de Armenen? [13] Deze woorden worden in twijfel getrokken door de Joodse historicus Tom Segev. Volgens Segev heeft de Amerikaanse journalist, Louis Lochner, een fout gemaakt. Hitler gaf op desbetreffende dag twee speeches en in geen van de originele speeches komt deze quote voor. Deze veel gekopieerde quote klopt volgens hem daarom niet.[14].

Andere tragedies in het Ottomaanse Rijk tijdens de Eerste Wereldoorlog

Veel minder bekend dan de Armeense genocide is dat in dezelfde tijd nog andere tragedies plaatsvonden in hetzelfde gebied:

  • Er massamoorden plaatsvonden onder een andere christelijke bevolkingsgroep, namelijk de (Assyriërs), soms aangeduid als de Assyrische genocide.[15]
  • In wat nu Syrië is, stierven een derde tot een half miljoen Arabieren aan de hongersnood.[16]
  • De Osmaanse autoriteiten probeerden ook andere bevolkingsgroepen te deporteren (waaronder sommige Koerdische stammen)
  • Er stierven vermoedelijk 300.000 Pontische Grieken in de Ottomaanse provincies aan de Zwarte Zee.[17]

Internationale erkenning en ontkenning

Krantenkop van de New York Times op 15 december 1915.

De afgelopen decennia heeft er talrijk onafhankelijk wetenschappelijk historisch onderzoek plaatsgevonden naar de gebeurtenissen in het Ottomaanse Rijk. Desondanks is de discussie nog steeds gaande.

De discussie richt zich vooral op het feit of de verschillende ministers en overheidsdienaren vooraf van plan waren om genocide te plegen. Door verschillende oorzaken is de precieze gang van zaken volgens sommige wetenschappers niet goed te herconstrueren. Daarnaast zijn ook vervalste documenten geproduceerd, zoals de Armeense `Andonian papers`.

Invloedrijke Nederlandse wetenschappers zijn momenteel onder meer Ton Zwaan, Erik-Jan Zürcher en Uğur Ümit Üngör.

Onduidelijk

Enkele wetenschappers, zoals de Nederlanderse wetenschapper Erik-Jan Zürcher en de Amerikaanse politicoloog Guenter Lewy [18], stellen dat te weinig bewijs is gevonden om definitief te kunnen concluderen dat genocide heeft plaatsgevonden. Zürcher is van mening dat de leden van het Comité voor Eenheid en Vooruitgang de uitroeiing van de Armeniërs op Turks gebied nastreefde, maar weet niet zeker of dit ook tot officiële politiek van de staat werd verheven. Zijn twijfel komt deels door de weigering van de Turkse overheid om diverse archieven open te stellen voor onderzoekers en deels doordat archieven verdwenen of vernietigd zijn.[19] Turks vluchteling in Duitsland Taner Akçam heeft zich gewend tot de wel openbare archieven van de militaire rechtbank die van 1919 tot 1922 de oorlogsprocessen gevoerd heeft. Moeilijkheid is dat de verslagen van deze processen in het Osmaans gesteld zijn. Uit deze verslagen komen indirecte bewijzen van de genocide, namelijk uitspraken van militairen.

Erkenning

Landen die de Armeense Genocide hebben erkend

Zoals eerder is aangegeven, worden de massale moordpartijen van begin vorige eeuw door de meeste westerse historici als genocide erkend. Ton Zwaan noemt de volkerenmoord op de Armeniërs de "vergeten genocide".[10]. Daarnaast is er een grote internationale lobby die streeft voor erkenning, voornamelijk opgezet door de Armeense diaspora.

Verschillende landen en internationale organisaties erkennen de genocide, onder meer zijn dit: Argentinië, Armenië, België, Canada, Cyprus, Europese Unie, Frankrijk, Griekenland, Italië, Libanon, Nederland, Polen, Raad van Europa, Rusland, Uruguay, Vaticaanstad, Zweden en Zwitserland. In de media is de Armeense genocide officieel erkend door o.a. The New York Times[bron?], Los Angeles Times[bron?], Associated Press[bron?], The Times[bron?], The Independent[bron?], Izvestia.[bron?]

De Tweede Kamer van Nederland nam op 21 december 2004 met algemene stemmen een motie van de ChristenUnie aan waarin het de genocide erkent en de regering verzoekt de kwestie "aan de orde te stellen" bij de Turkse regering [20]. In België werd de Armeense genocide erkend al in 1998 door het Belgische parlement [21].

De Armeense Genocide is in de Verenigde Staten officieel niet erkend. Hoewel president Ronald Reagan in 1981 expliciet refereerde aan de Armeense genocide[22], en hoewel 44 van de 50 staten van Amerika de genocide onlangs apart hebben erkend, is dat op federaal niveau in de Verenigde Staten nog niet gebeurd. De presidenten van de VS houden jaarlijks op 24 april een toespraak waarmee zij de Armeniërs condoleren, maar, althans tot nu toe, het gebruik van de term 'genocide' vermijden. Op 10 oktober 2007 nam de commissie buitenlandse betrekkingen van het Huis van Afgevaardigden een resolutie (H.Res.106) aan waarmee in het Huis van de Afgevaardigden de genocide zou erkend zou worden. Maar de resolutie kwam niet aan de orde in het Huis van de Afgevaardigden onder druk van het Witte Huis dat de nadelige gevolgen hiervan op de relatie met bondgenoot Turkije vreesde [23].

Op 19 januari 2008 beloofde Barack Obama, toen nog senator, dat hij als president van de VS de Armeense genocide zou erkennen. Hij zei dat hij ervan overtuigd was dat "de Armeense Genocide geen beschuldiging is, geen persoonlijke overtuiging of standpunt, maar een breeduit gedocumenteerd gegeven, gestaafd door een grote hoop historische bewijzen. De feiten zijn onweerlegbaar. Een officieel beleid dat diplomaten aanspoort tot verdraaien van historische feiten is onhoudbaar." [24]

Op 4 Maart 2010 werd door het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden voor de tweede keer een resolutie aangenomen die de Armeense genocide erkent.[25] De Turkse regering heeft hierop gereageerd door haar ambassadeur terug uit Washington DC te trekken voor overleg. Voordat er sprake zou zijn van de erkenning van de Armeense genocide door de VS, moest deze resolutie goedgekeurd worden door het Huis van de Afgevaardigden en vervolgens door de Senaat. Maar ook deze keer werd de resolutie tegengegaan door het Witte Huis [26] met het oog op geopolitieke belangen[27].

Op 7 maart 2000 ondertekenden 126 academici en voorzitters van verschillende Holocauststudiecentra een politieke verklaring in Philadelphia, waarin zij vastlegden dat de genocide heeft plaatsgevonden. Hun aanbeveling aan Turkije is om in het reine te komen met dit feit en hun aanbeveling aan de rest van de wereld is om deze genocide te erkennen. Ondertekenaars zijn onder andere professoren Yeshuda Bauer, Ward Churchill, Jack Needle en Nobelprijswinnaar Elie Wiesel[28][29].

De Turkse socioloog Taner Akçam heeft in een reeks boeken de bewijzen van de genocide openbaar gemaakt. Hij citeert zelfs Atatürk die de genocide al in 1920 een schande noemt, alhoewel dit citaat omstreden is.[30] Mustafa Kemal verdedigde tijdens deze processen[bron?] zijn afkeer in woord en daad tegen het zuiveringsbeleid van Enver Pasja, dat militair gezien een ramp was en de genocide mogelijk zou hebben gemaakt. Ook minachtte Mustafa de organisatie van de deportaties.[bron?]

De oprichting van deze monumenten heeft destijds tot felle rellen geleid. Turkse ingezetenen, veelal bijgestaan door rabiate Turks-nationalistische Grijze Wolven, bedreigden in woord en daad plaatselijke politici die sympathiseerden met de Armeense verzoekers.[bron?] Van tijd tot tijd verzoeken zij het monument te verwijderen, meestentijds met als argument dat het de Turkse ziel verwondt.

Ontkenning

Politieke cartoon waarin Sultan Hamid wordt afgeschilderd als de slachter van Ottomaanse Armeniërs

De Turkse regering staat op het standpunt dat er geen sprake was van genocide, maar dat de doden het slachtoffer zijn geworden van burgeroorlog, hongersnoden en andere ontberingen. Zij spreekt dan ook liever van de Armeense Kwestie. Volgens de Turkse regering zouden er 300.000 tot 500.000 slachtoffers zijn waaronder ook Turken. Turkije oefent – of oefende tot voor kort – ook druk uit op andere landen om het bestaan van de genocide te ontkennen, of in elk geval niet officieel te bevestigen.

Er zijn academici, zoals de Amerikanen Bernard Lewis [5] en Justin McCarthy [31], die van mening zijn dat de gebeurtenissen geen genocide zijn. Zij spreken liever van deportaties en massamoorden. Hun belangrijkste argument is dat er weinig bewijzen zijn gevonden voor opdrachten van de regering tot genocide. Wel zijn diverse legerofficieren voor de militaire rechtbank gebracht en veroordeeld voor hun foutief gedrag tijdens de deportaties.

Vaak worden door degenenen die de genocide ontkennen de zogenaamde 'Andonian Papers' aangehaald, een bekende vervalsing ten gunste van het Armeense standpunt.

Er werden wel pogingen gedaan tot verzoening. Op aansporen van de Verenigde Staten werd een verzoeningscommissie opgericht in 2001 met Turkse en Armeense leden. Deze publiceerden hun rapport, waarop de Turkse leden collectief ontslag namen uit de commissie.[bron?]

In 2005 hield de Turkse premier Recep Tayyip Erdoğan een gezamenlijke persconferentie met oppositieleider Deniz Baykal waarin zij Armeense geschiedkundigen uitnodigden collega's uit Turkije te ontmoeten om uit te vinden wat er gebeurde. Ook riepen ze Armenië op de archieven te openen. De Armeense minister van buitenlandse zaken reageerde dat bekend is wat gebeurde en dat de Armeense archieven altijd open zijn geweest.

In het weekend van 24-25 september 2005 vond er daadwerkelijk aan de Bilgi Universiteit in Istanbul een eerste conferentie plaats over de Armeense genocide waarop wetenschappers uit beide kampen spraken, zowel die de genocide erkennen als diegene die het tegenspreken, nadat een rechtbank deze eerder verboden had.

Premier Erdoğan zei in 2008 bij de 44e München Conferentie over Veiligheidsbeleid, in bijzijn van de Armeense minister van Buitenlandse Zaken Vardan Oskanyan, het volgende: "Je hebt het over de Armeense afslachtingen. Waarop baseer jij deze uitspraken? Welke bewijzen heb jij voor deze conclusies? Ik heb in 2005 een brief gestuurd naar de Armeense regering. Wij hebben onze archieven geopend en zijn er vandaag de dag meer dan een miljoen documenten geclassificeerd. Als er bewijzen zijn in de Armeense archieven, moeten die ook geopend worden. Wij zeggen, kom we stellen een commissie op met archeologen, historici, politicologen, juridische personen met de opdracht deze zaak te onderzoeken. Als er documenten en bewijzen zijn in andere landen, moeten die ook onderzocht worden door de commissie. Pas daarna moeten wij politici een besluit nemen. Wij zijn gewillig om over elk onderdeel en elk document te discussiëren en nodigen Armenië uit om ook bereidwillig te zijn. Het is onmogelijk ons te dwingen om beschuldigingen van genocide te accepteren als resultaat van achter de schermen lobby pogingen in parlementen van verschillende landen. Ze mogen proberen zo vaak ze het maar willen. Laat ze maar hun documenten aan ons zien. Ik ben open en duidelijk hierover. Wij zijn bereid de verantwoordelijkheid te nemen van onze geschiedenis."[32][33][34]

Toelichting

De geheimhouding en de parallelle bevelstructuur van het voormelde triumviraat bemoeilijken het aantonen van de opzet om de Armeniërs systematisch en gepland uit te roeien, waardoor men in juridische zin niet van een volkerenmoord of genocide kan spreken. Voor de belangrijkste besluiten moet men voortgaan op slechts indirecte bewijzen. Door het raadplegen van Turkse archieven vond Taner Akçam wel aanwijzingen dat de volksverplaatsingen en vernietiging van een hele bevolkingsgroep als zodanig de uiteindelijke doelstelling was van het nieuwe regime na 1913 en plaatsvond in het eerste halfjaar van 1915. Het bestaande bronnenmateriaal bewijst dat de machthebbers veel te weinig hebben gedaan om de veiligheid van de gedeporteerden te waarborgen.

Aanslagen door Armeniërs

Twee Armeense organisaties, de ASALA en de JCAG, hebben in de jaren 1970 en jaren 1980 wereldwijd aanslagen gepleegd op Turken en Turkse instanties, met als doel erkenning van de genocide. In Nederland werd daarbij de diplomatenzoon Ahmet Benler in 1979 in Den Haag doodgeschoten. In Rotterdam werd Kemalettin Demirer neergeschoten. In Amsterdam was zware schade door een bomexplosie voor het kantoor van Turkish Airlines. Er zouden ruim 200 aanslagen zijn gepleegd in steden waaronder Londen, Parijs, Istanboel, Madrid en New York[35]

Relevantie voor de Nederlandse Tweede Kamerverkiezingen van 2006

Zie: Armeense Genocide in de Tweede Kamerverkiezingen 2006

Herdenkingen en kunst

Herdenkingen

Elk jaar op 24 april wordt het begin van de volkerenmoord door de Armeniërs zelf herdacht. In de Armeense hoofdstad Jerevan is een speciaal monument hiervoor opgericht. Ook in andere landen waar Armeniërs wonen worden herdenkingen georganiseerd.

Monumenten in de Benelux

Op het Henri Michauxplein in Elsene (Brussels Hoofdstedelijk Gewest) staat sinds 1997 een monument ter nagedachtenis van deze volkerenmoord.

In Nederland is in Assen een monument op Begraafplaats de Boskamp. De oprichting van deze monumenten heeft destijds tot felle rellen geleid. Turkse ingezetenen, veelal bijgestaan door rabiate Turks-nationalistische Grijze Wolven, bedreigden in woord en daad plaatselijke politici die sympathiseerden met de Armeense verzoekers.[bron?] Van tijd tot tijd verzoeken zij het monument te verwijderen, meestentijds met als argument dat het de Turkse ziel verwondt.

Kunst

Over het succesvolle verzet tegen de deportatie van een aantal dorpen in het Musa Dagh gebergte in de buurt van Antiochië heeft de Oostenrijkse schrijver Franz Werfel in 1933 een wereldberoemde roman geschreven: "Die 40 Tage des Musa Dagh".

Diamanda Galás, een Amerikaanse kunstenares en muzikante, heeft in 2003 een conceptalbum gebracht ter herinnering aan de slachtoffers van de genocide, met als titel Defixiones, will and testament.

De leden van de Amerikaanse rockband System Of A Down zijn van Armeense afkomst en refereren regelmatig aan de genocide.

Bibliografie

  • Taner Akçam, A Shameful Act, The Armenian Genocide and the Question of Turkish Responsability, New York, Metropolitan Books, 2006. 484 p.
  • Taner Akçam, De Armeense Genocide, een reconstructie, vertaling van A Shameful Act Nieuw Amsterdam Uitgevers 2007, 528 pag., ISBN 978-90-468-0225-0
  • Michiel Leezenberg, Schuldig. Waaraan? De Turkse worsteling met de massamoord op de Armeniërs, in NRC Handelsblad, Cultureel Supplement, 23 februari 2007.
  • Norman M. Namark, Fires of Hatred: Ethnic cleansing in twentieth-century Europe, Harvard University Press, 2001, Cambridge MA en London UK, 248 blz. Hoofdstuk I: The Armenians and Greeks of Anatolia p. 17-56.
  • Cem Özgönül, Der Mythos eines Völkermordes- eine kritische Betrachtung der Lepsiusdokumente sowie der deutschen Rolle in Geschichte und Gegenwart der armenischen Frage. Önel-Verlag, Köln 2006, ISBN 3-933348-93-5.
  • Guenter Lewy, The Armenian Massacres in Ottoman Turkey: A Disputed Genocide, Salt Lake City: University of Utah Press, 2005. ISBN 0-87480-849-9
  • Justin McCarthy, Death and Exile, The Ethnic Cleansing of Ottoman Muslims 1821-1922, Princeton, N.J., Darwin Press, 1995. ISBN 0-87850-094-4
  • Jelle Verheij, “Tussen oost en west. Een verkenning van de Armeense genocide (1915)”, in: Nieuw tijdschrift van de Vrije Universiteit Brussel 12/3 (1999) pp. 101–127
  • Uğur Ümit Üngör (2007), Vervolging, onteigening en vernietiging: De deportatie van Ottomaanse Armeniërs tijdens de Eerste Wereldoorlog (Soesterberg: Aspekt, 2007)

Zie ook

Externe links

Externe links met websites die de genocide erkennen

Externe links met websites die kritiek leveren op de Armeense genocide

Zie de categorie Armenian Genocide van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

[bron?]

  1. Robert Fisk - De grote beschavingsoorlog, ISBN 90-8549-001-4
  2. Bernard Lewis (1995) Het Midden-Oosten: 2000 jaar culture en politieke geschiedenis, p. 320 ISBN 90-225-2029-3
  3. Jelle Verheij (1999) Die armenischen Massaker von 1894-1896. Anatomie und Hintergründe einer Krise, in: Kieser, Hans-Lukas (ed), Die armenische Frage und die Schweiz (1896-1923)/ La question arménienne et la Suisse (1896-1923) (Zürich, Chronos, 1999) pp.69-132
  4. Winter, J.M., (2004) America and the Armenian Genocide of 1915, Cambridge University Press
  5. a b c Lewis (1995)
  6. a b Martin Gilbert, The First Wirld War: A Complete History, pagina 167 (in A Problem from Hell, pagina 518)
  7. Guenter Lewy Revisiting the Armenian Genocide
  8. Peter Mansfield (2003) A History of the Middle-East, second edition, ISBN 9780141 011233
  9. Erik-Jan Zürcher (2001) Turkey: a modern history, second edition, pagina 120, ISBN 978-1-86064-222-7
  10. a b Ton Zwaan (2001) De 'vergeten' genocide
  11. R.J. Rummel Statistics of Democide, Hoofdstuk 5 (1997)
  12. (en) The Burning Tigris: The Armenian Genocide and America’s Response (2003), Peter Balakian, p. 274
  13. Samantha Power (2002) A Problem from Hell, ISBN 0-465-06150-8, pagina 23
  14. Tom Segev (2007) Mozart and the Armenian Genocide
  15. David Gaunt (2006), Massacres, Resistance, Protectors: Muslim-Christian Relations in Eastern Anatolia During World War I (Gorgian Press, NJ, USA) ISBN 1-59333-301-3, Uğur Ümit Üngör, “The genocidal persecution of Assyrians in Diyarbekir province, 1915,” in: Hujada: En Assyrisk Tidskrift (May 2004), pp.12-13.
  16. Mansfield, Peter (1976} The Arabs, second edition 1985, p.177
  17. Arnold J. Toynbee, The Western question in Greece and Turkey: a study in the contact of civilisations, Boston: Houghton Mifflin
  18. Guenter Lewy (2005) Revisiting the Armenian Genocide in The Middle East Quaterly, Fall 2005
  19. Erik-Jan Zürcher (2001) Turkey: a modern history, second edition, pagina 121, ISBN 978-1-86064-222-7
  20. Dossier 21 501-20 Europese Raad nr. 270 Motie van het lid Rouvoet c.s. omtrent inbrenging Armeense genocide in de Europese Raad over de toelatingsonderhandelingen met Turkije.
  21. Voorstel van resolutie betreffende de genocide in 1915 van de in Turkije levende Armeniërs, www.senate.be
  22. Ronald Reagan, Proclamation, 22 April, 1981
  23. De Morgen, 4 maart 2010. VS bestempelen nu ook Armeense kwestie als volkerenmoord, Turken razend
  24. BarackObama.com, 19 januari 2008.Barack Obama on the Importance of US-Armenia Relations. Raadpleegd op 6 maart 2010.
  25. Trouw, 4 maart 2010, VS erkennen Armeense genocide
  26. De Volkskrant, 5 maart 2010. Genocide-motie sneuvelt onder druk van Turkije
  27. Obama blokkeert genocideresolutie Elsevier 4 maart 2010
  28. Statement by 126 Holocaust Scholars, Holders of Academic Chairs, and Directors of Holocaust Research and Studies Centers, 7 maart 2000
  29. Afbeelding van de advertentie in de New York Times
  30. Armeense genocide: "Ik had zelf ook geen flauw benul.", Eildert Mulder, Trouw, 22 december 2006
  31. Justin McCarthy Term 'genocide' voor Turks handelen aantoonbaar onjuist, de Volkskrant, Forum, 9 juni 2005
  32. 44th Munich Conference on Security Policy, Munich Security Conference, 9 februari 2008
  33. A Conversation with Recep Tayyip Erdoganl, Council on Foreign Relations
  34. Obama'nın açıklamalarına ilk tepkiler... , CNN Türk
  35. (en) Armenian Terrorism - A Chronological List, 1973 - 1986, www.atmg.org, Australian - Turkish Media Group