Anselmus Boëtius de Boodt: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 9: Regel 9:
Tussen 1580 en 1583 was Boëtius [[raadpensionaris]] van Brugge. Dit was de tijd van de Calvinistische republiek (1578-1584), zodat men van hem minstens sympathie mey het 'nieuwe geloof' mag veronderstellen. Hij vertrok tijdig uit Brugge, vooraleer het katholieke bestuur weer de bovenhand kreeg. De Boodt sloot zich hier opneuw bij aan.
Tussen 1580 en 1583 was Boëtius [[raadpensionaris]] van Brugge. Dit was de tijd van de Calvinistische republiek (1578-1584), zodat men van hem minstens sympathie mey het 'nieuwe geloof' mag veronderstellen. Hij vertrok tijdig uit Brugge, vooraleer het katholieke bestuur weer de bovenhand kreeg. De Boodt sloot zich hier opneuw bij aan.


In 1583 werd hij [[lijfarts]] van Wilhelm Rosenberg, [[burggraaf]] en gouverneur van [[Praag]]. In deze stad werd hij in 1584 lijfarts van de aldaar residerende [[keizer Rudolf II]], als opvolger van [[Rembert Dodoens]]. De keizer bezorgde Boëtius als leek een prebende van [[seculiere kanunnik|kanunnik]] van de [[Sint-Donaaskathedraal (Brugge)|Sint-Donaaskathedraal]] in Brugge. Aan het prachtlievende en zeer in wetenschap geïnteresseerde hof van Praag hield Boëtius zich bezig met [[alchemie]] en [[mineralogie]].
In 1583 werd hij [[lijfarts]] van Wilhelm Rosenberg, [[burggraaf]] en gouverneur van [[Praag]]. In deze stad werd hij in 1584 lijfarts van de aldaar residerende [[keizer Rudolf II]], als opvolger van [[Rembert Dodoens]]. De keizer bezorgde Boëtius als leek een prebende van [[seculiere kanunnik|kanunnik]] van de [[Sint-Donaaskathedraal (Brugge)|Sint-Donaaskathedraal]] in Brugge. De Boodt ging daar echter niet op in. Aan het prachtlievende en zeer in wetenschap geïnteresseerde hof van Praag hield Boëtius zich bezig met [[alchemie]] en [[mineralogie]].


In 1612 kwam hij naar zijn geboortestad terug. Hij werd onmiddellijk opnieuw benoemd tot raadpensionaris, een positie die hij behield tot aan zijn dood.
In 1612 kwam hij naar zijn geboortestad terug. Hij werd onmiddellijk opnieuw benoemd tot raadpensionaris, een positie die hij behield tot aan zijn dood.
Regel 45: Regel 45:
* M.-C Maselis, ''Anselmus Boetius de Boodt, Een Vlaams Humanist met Europese Faam'' (1981), Uitgave Familia et Patria, Handzame.
* M.-C Maselis, ''Anselmus Boetius de Boodt, Een Vlaams Humanist met Europese Faam'' (1981), Uitgave Familia et Patria, Handzame.
* M.-C Maselis, ''Reproductie van het kruidboek (1640) Anselmus de Boodt met Nederlandstalige vertaling'' (1981), Uitgave Familia et Patria, Handzame.
* M.-C Maselis, ''Reproductie van het kruidboek (1640) Anselmus de Boodt met Nederlandstalige vertaling'' (1981), Uitgave Familia et Patria, Handzame.
* M. CL. De Boodt-Maselis, ''Anselmus Boëtius De Boodt'', in: Nationaal Biografisch Woordenboek, T. IX, Brussel, 1981.

* Hendrik Demarest, ''Anselmus Boëtius De Boodt'', in: Lexicon van West-Vlaamse schrijvers, T. IV, Torhout, 1987.
==Trivia==
==Trivia==
* Wellicht [[Voorouder]] van [[August De Boodt]].
* Misschien [[Voorouder]] van of verwant met [[August De Boodt]].


== Externe link ==
== Externe link ==

Versie van 22 mei 2019 17:36

Anselmus de Boodt of Anselmus Boëtius.

Anselmus de Boodt (Brugge, rond 1550 - 21 juni 1632), met zijn Latijnse naam Boetius of Boëtius, was een Vlaamse humanist, kanunnik (als leek), bestuurder, arts en geleerde.

Anselmus Sr, vader van Anselmus de Boodt, met Familie Jan Breydel en meerdere burgemeesters van Brugge (Kunstenaar: Pieter Pourbus) Leden van de Edele Confrérie van het Heilig Bloed

Levensloop

De in een rijke en aristocratische katholieke familie geboren Anselmus studeerde rechten in Leuven en medicijnen bij Thomas Erestus in Heidelberg. Hij promoveerde in Padua tot doctor in de geneeskunde. Tussen 1580 en 1583 was Boëtius raadpensionaris van Brugge. Dit was de tijd van de Calvinistische republiek (1578-1584), zodat men van hem minstens sympathie mey het 'nieuwe geloof' mag veronderstellen. Hij vertrok tijdig uit Brugge, vooraleer het katholieke bestuur weer de bovenhand kreeg. De Boodt sloot zich hier opneuw bij aan.

In 1583 werd hij lijfarts van Wilhelm Rosenberg, burggraaf en gouverneur van Praag. In deze stad werd hij in 1584 lijfarts van de aldaar residerende keizer Rudolf II, als opvolger van Rembert Dodoens. De keizer bezorgde Boëtius als leek een prebende van kanunnik van de Sint-Donaaskathedraal in Brugge. De Boodt ging daar echter niet op in. Aan het prachtlievende en zeer in wetenschap geïnteresseerde hof van Praag hield Boëtius zich bezig met alchemie en mineralogie.

In 1612 kwam hij naar zijn geboortestad terug. Hij werd onmiddellijk opnieuw benoemd tot raadpensionaris, een positie die hij behield tot aan zijn dood.

In de 16e eeuw was er geen strikte scheiding tussen de wetenschappelijke disciplines en werden ook wetenschap en bijgeloof (zoals astrologie en alchemie) nog naast elkaar beoefend.

In zijn hoofdwerk Gemmarum et lapidum historia, een systematische studie van (edel)stenen en mineralen, beschreef Boëtius zeshonderd stenen en hun -veronderstelde- ontstaan, eigenschappen en geneeskundige uitwerking. Hij was een aanhanger van de atoomleer en werkte met een schaal van hardheid. Het boek ging ook in op praktische zaken als slijpwijze en de economische waarde van edelstenen.

Werken

  • Gemmarum et lapidum historia[1] (1609)
  • Le Parfaict Ioaillier, ou Histoire des Pierreries (1644)
  • De la Pierre de Crapaut, ou Garatroine (over onder andere de raadselachtige paddesteen)
  • Pseudodoxia Epidemica (over bijgeloof).
  • Symbola divina et humana (1603)
  • De Baene des Deugds (1624)
  • De Baene des Hemels ende der Deugden (1628)
  • Florum herbarum ac fructuum selectiorum icones et vires, pleraeque hactenus ignotae, postuum uitgegeven in 1640 door Vredius.</ref>

Literatuur

  • Nieuw nederlandsch biografisch woordenboek, deel VI
  • G. Dewalque, Biographie Nationale de Belgique, deel IV
  • F.M. Jaeger, Anselmus Boëtius de Boodt, in: Historische Studien. Bijdragen tot de kennis van de geschiedenis der wetenschappen in Nederlanden (in 16th and 17th centuries), Groningen, 1919
  • O. Delepierre, Biographie des hommes remarquables de la Flandre occidentale, deel 1 (Brugge 1843-1844)
  • J.E. Heller, Anselmus Boetius de Boodt als Wissenschafter und Naturphilosoph, in: Archeion 15 (1933).
  • Testament olographe d'Anselmus Boetius de Boodt, conseiller-pensionnaire de Bruges, 1630, in: Annales de la société d'émulation de Bruges, 2e serie, deel 11 (1861)
  • A.J.J. Van de Velde, Rede af Boodt, in: Koninklijke Vlaamsche Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schoone Kunsten van België. Klasse der Wetenschappen. Verslagen en Mededeelingen (Brussel, november 1932)
  • J.E. Heller, Quellen und Studien zur Geschichte der Naturwissenschaften und der Medizin, deel 8 (1942).
  • Marie-Christiane De Boodt-Maselis, Anselmus Boetius De Boodt (1550-1632). Brugs humanist aan het Hof van Oostenrijk, in: Vlaanderen, 289, Tielt, 2002.
  • M.-C. Maselis, A. Balis, R.H. Marijnissen, De albums van Anselmus De Boodt (1550-1632), Geschilderde natuurobservatie aan het Hof van Rudolf II te Praag (1989), Lannoo, Tielt
  • M.-C Maselis, Anselmus Boetius de Boodt, Een Vlaams Humanist met Europese Faam (1981), Uitgave Familia et Patria, Handzame.
  • M.-C Maselis, Reproductie van het kruidboek (1640) Anselmus de Boodt met Nederlandstalige vertaling (1981), Uitgave Familia et Patria, Handzame.
  • M. CL. De Boodt-Maselis, Anselmus Boëtius De Boodt, in: Nationaal Biografisch Woordenboek, T. IX, Brussel, 1981.
  • Hendrik Demarest, Anselmus Boëtius De Boodt, in: Lexicon van West-Vlaamse schrijvers, T. IV, Torhout, 1987.

Trivia

Externe link