Anselmus Boëtius de Boodt: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
AGL (overleg | bijdragen)
cat
Regel 39: Regel 39:
{{appendix|Bronnen en/of noten}}
{{appendix|Bronnen en/of noten}}


{{DEFAULTSORT:De Boodt, Anselmus Boetius}}
{{DEFAULTSORT:Boodt, Anselmus}}
[[Categorie:Zuid-Nederlandse adel (vóór 1830)]]

[[Categorie:Belgische adel]]
[[Categorie:Humanistisch geleerde]]
[[Categorie:Humanistisch geleerde|De Boodt]]
[[Categorie:Mineraloog]]
[[Categorie:Mineraloog]]
[[Categorie:Vlaams medicus]]
[[Categorie:Zuid-Nederlands medicus (vóór 1830)]]
[[Categorie:Belgisch alchemist]]



[[en:Anselmus de Boodt]]
[[en:Anselmus de Boodt]]

Versie van 13 dec 2009 23:33

Anselmus de Boodt (Brugge, rond 1550 - 21 juni 1632), met zijn Latijnse naam Boetius of Boëtius, was een Vlaamse humanist, priester, bestuurder, arts en geleerde.

Levensloop

De in een rijke en aristocratische katholieke familie geboren Anselmus studeerde rechten in Leuven en medicijnen bij Thomas Erestus in Heidelberg. Hij promoveerde in Padua tot doctor in de geneeskunde. Tussen 1580 en 1583 was Boëtius raadpensionaris van Brugge.

In 1583 werd hij lijfarts van Wilhelm Rosenberg, burggraaf en gouverneur van Praag. In deze stad werd hij in 1584 lijfarts van de aldaar residerende keizer Rudolf II. De keizer bezorgde Boëtius als leek een prebende van kanunnik van de Sint-Donaaskathedraal in Brugge, stad die hij pas in 1612 weer terugzag. In dat jaar werd Boëtius wederom raadspensionaris van Brugge, een positie die hij tot zijn dood behield. Aan het prachtlievende en zeer in wetenschap geïnteresseerde hof van Praag hield Boëtius zich bezig met alchemie en mineralogie.

In de 16e eeuw was er geen strikte scheiding tussen de wetenschappelijke disciplines en werden ook wetenschap en bijgeloof (zoals astrologie) nog naast elkaar beoefend. In zijn hoofdwerk Gemmarum et lapidum historia, een systematische studie van (edel)stenen en mineralen, beschreef Boëtius zeshonderd stenen en hun -veronderstelde- ontstaan, eigenschappen en geneeskundige uitwerking. Hij was een aanhanger van de atoomleer en werkte met een schaal van hardheid. Het boek gaat ook in op praktische zaken als slijpwijze en de economische waarde van edelstenen.

Werken

  • Gemmarum et lapidum historia[1] (1609)
  • Le Parfaict Ioaillier, ou Histoire des Pierreries (1644)
  • De la Pierre de Crapaut, ou Garatroine (over o.a.de raadselachtige paddesteen)
  • Pseudodoxia Epidemica (over bijgeloof).

Literatuur

  • Nieuw nederlandsch biografisch woordenboek, deel VI
  • G. Dewalque, Biographie Nationale de Belgique, deel IV
  • F.M. Jaeger, Anselmus Boëtius de Boodt', in: Historische Studien. Bijdragen tot de kennis van de geschiedenis der wetenschappen in Nederlanden (in 16th and 17th centuries), Groningen, 1919
  • O. Delepierre, Biographie des hommes remarquables de la Flandre occidentale, deel 1 (Brugge 1843-1844)
  • J.E. Heller, 'Anselmus Boetius de Boodt als Wissenschafter und Naturphilosoph', Archeion 15 (1933).
  • 'Testament olographe d'Anselmus Boetius de Boodt, conseiller-pensionnaire de Bruges, 1630', Annales de la societe d'emulation de Bruges, 2e serie, deel 11 (1861)
  • A.J.J. Van de Velde, 'Rede af Boodt', Koninklijke Vlaamsche Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schoone Kunsten van België. Klasse der Wetenschappen. Verslagen en Mededeelingen (Brussel, november 1932)
  • J.E. Heller, Quellen und Studien zur Geschichte der Naturwissenschaften und der Medizin, deel 8 (1942).
  • M.-C. Maselis, A. Balis, R.H. Marijnissen, 'De albums van Anselmus De Boodt (1550-1632), Geschilderde natuurobservatie aan het Hof van Rudolf II te Praag' (1989), Lannoo, Tielt

Externe link