Anselmus Boëtius de Boodt: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(42 tussenliggende versies door 19 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
[[Bestand:Anselmus de Boodt.tif|thumb|Anselmus de Boodt of Anselmus Boëtius.]]
[[Bestand:Anselmus de Boodt.tif|thumb|270px|Anselmus Boëtius de Boodt (ca. 1600, gravure door [[Aegidius Sadeler]]).]]
[[Bestand:Vader van BOETIUS DE BOODT, samen met afstammeling JAN BREYDEL en BURGEMEESTER van BRUGGE.jpg|thumb|270px|[[Anselmus Sr]], vader van Anselmus de Boodt, met meerdere burgemeesters van Brugge als leden van de [[Edele Confrérie van het Heilig Bloed]] (schilderij uit 1556 van de hand van [[Pieter Pourbus]]).]]

'''Anselmus de Boodt''' ([[Brugge]], rond [[1550]] - [[21 juni]] [[1632]]), met zijn Latijnse naam '''Boetius''' of '''Boëtius''', was een [[Graafschap Vlaanderen|Vlaamse]] [[Renaissance-humanisme|humanist]], [[Seculiere kanunnik|kanunnik]] (als leek), bestuurder, arts en geleerde.
'''Anselmus de Boodt''' ([[Brugge (hoofdbetekenis)|Brugge]], rond [[1550]] – aldaar, [[21 juni]] [[1632]]), bekend onder zijn Latijnse naam '''Boëtius''', was een [[Graafschap Vlaanderen|Vlaamse]] [[Renaissance-humanisme|humanist]], bestuurder, [[arts]], [[Alchemie|alchemist]] en geleerde.


== Levensloop ==
== Levensloop ==
De in een rijke en aristocratische katholieke familie geboren Anselmus studeerde rechten in [[Leuven]] en medicijnen bij [[Thomas Erestus]] in [[Heidelberg (Duitsland)|Heidelberg]]. Hij promoveerde in [[Padua (stad)|Padua]] tot doctor in de geneeskunde.
De in de rijke en aristocratische katholieke familie [[De Boodt]] geboren Anselmus, was een zoon van Anselmus senior (1519-1587) en van Johanna Voet (1526-1561). Zij was een dochter van de rechtsgeleerde [[Antoon Voet]], burgemeester van Brugge, en ze bracht tien kinderen ter wereld. Anselmus Boëtius was pas elf toen zijn moeder overleed. Hij studeerde rechten in [[Leuven (hoofdbetekenis)|Leuven]] en medicijnen bij Thomas Erestus in [[Heidelberg (Duitsland)|Heidelberg]]. Hij promoveerde in [[Padua (stad)|Padua]] tot doctor in de geneeskunde.
Tussen 1580 en 1583 was Boëtius [[raadpensionaris]] van Brugge.


Van 1580 tot 1583 was Boëtius [[raadpensionaris]] van Brugge. Dit was de tijd van de Calvinistische republiek (1578-1584), zodat men van hem minstens sympathie met het 'nieuwe geloof' mag veronderstellen. Hij vertrok tijdig uit Brugge, vooraleer het katholieke bestuur weer de bovenhand kreeg.
In 1583 werd hij [[lijfarts]] van [[Wilhelm Rosenberg]], [[burggraaf]] en gouverneur van [[Praag]]. In deze stad werd hij in 1584 lijfarts van de aldaar residerende [[keizer Rudolf II]], als opvolger van [[Rembert Dodoens]]. De keizer bezorgde Boëtius als leek een prebende van [[seculiere kanunnik|kanunnik]] van de [[Sint-Donaaskathedraal (Brugge)|Sint-Donaaskathedraal]] in Brugge. Aan het prachtlievende en zeer in wetenschap geïnteresseerde hof van Praag hield Boëtius zich bezig met [[alchemie]] en [[mineralogie]].


In 1583 werd hij [[lijfarts]] van Wilhelm Rosenberg, [[burggraaf]] en gouverneur van [[Praag]]. In deze stad werd hij in 1584 lijfarts van de aldaar residerende [[keizer Rudolf II]], als opvolger van [[Rembert Dodoens]]. In Brugge bood bisschop [[Remigius Driutius]] hem in 1584 een [[prebende]] van [[seculiere kanunnik|kanunnik]] van de [[Sint-Donaaskathedraal]] aan. De Boodt ging daar echter niet op in, ook al verzoende hij zich voorzichtig met het katholiek geloof. Aan het prachtlievende en zeer in wetenschap geïnteresseerde hof van Praag hield Boëtius zich bezig met [[alchemie]] en [[mineralogie]].
In 1612 kwam hij naar zijn geboortestad terug. Hij werd onmiddellijk benoemd tot raadspensionaris van Brugge, een positie die hij behield tot aan zijn dood.
In de 16e eeuw was er geen strikte scheiding tussen de wetenschappelijke disciplines en werden ook wetenschap en bijgeloof (zoals [[astrologie]]) nog naast elkaar beoefend.


In 1612 kwam hij naar zijn geboortestad terug. Hij leefde er als ''[[Uomo universale|homo universalis]]'', zich wijdend aan zijn studies en het schrijven van publicaties, alsook aan het schrijven van gedichten als lid van de rederijkerskamer van de Heilige Geest, aan het componeren, musiceren en aan het schilderen van landschappen.
In zijn hoofdwerk ''Gemmarum et lapidum historia'', een systematische studie van (edel)stenen en mineralen, beschreef Boëtius zeshonderd stenen en hun -veronderstelde- ontstaan, eigenschappen en geneeskundige uitwerking. Hij was een aanhanger van de [[atoom]]leer en werkte met een schaal van hardheid. Het boek gaat ook in op praktische zaken als slijpwijze en de economische waarde van edelstenen.

In de 16e eeuw was er geen strikte scheiding tussen de wetenschappelijke disciplines en werden ook wetenschap en bijgeloof (zoals [[astrologie]] en alchemie) nog naast elkaar beoefend.

In zijn hoofdwerk ''Gemmarum et lapidum historia'', een systematische studie van (edel)stenen en [[Mineraal (geologie)|mineralen]], beschreef Boëtius zeshonderd stenen en hun (veronderstelde) ontstaan, eigenschappen en geneeskundige uitwerking. Hij was een aanhanger van de [[atoom]]leer en werkte met een schaal van [[Hardheid (materiaalkunde)|hardheid]]. Het boek ging ook in op praktische zaken als slijpwijze en de economische waarde van edelstenen.

Hij bleef vrijgezel en werd in het door hemzelf ontworpen grafmonument bijgezet in de [[Onze-Lieve-Vrouwekerk (Brugge)|Onze-Lieve-Vrouwekerk]] in zijn geboortestad Brugge.


== Werken ==
== Werken ==
* ''Gemmarum et lapidum historia<ref>Gemmarum et Lapidum Historia, Qua non solum Ortus, Natura, Vis & Precium, sed etiam Modus quo exiis, Olea, Salia, Tinctura, Essentia, Arcana & magisteria Arte Chymica confici possint, ostenditur.
* ''Gemmarum et lapidum historia''<ref>Gemmarum et Lapidum Historia, Qua non solum Ortus, Natura, Vis & Precium, sed etiam Modus quo exiis, Olea, Salia, Tinctura, Essentia, Arcana & magisteria Arte Chymica confici possint, ostenditur.


Informatie over dit werk:
Informatie over dit werk:
The book contains 31 woodcuts in the text, & two large folding printed tables. The work was printed in Hanau in 1609 by the firm of Wechel. "In his Gemmarum et Lapidum Historia Boodt made the first attempt at a systematic description of minerals, dividing the minerals into great and small, rare and common, hard and soft, combustible and incombustible, transparent and opaque. He uses a scale of hardness expressed in three degrees and notes the crystalline forms of some minerals (triangular, quadratic, and hexangular). Boodt criticizes some of the views of Aristotle, Pliny, Paracelsus, and others. De Boodt also mentions atoms. He enumerates about 600 minerals that he knows from personal observation, and describes their properties, values, imitations, and medical applications. There are also tables of values of diamonds according to their size and a short description of the polishing of precious stones. Boodt cites nineteen authors and, besides the minerals known to him, gives a list of 233 minerals whose names he knows from Pliny and Bartholomeus Anglicus, among others."­D.S.B., II, p. 293.
The book contains 31 woodcuts in the text, & two large folding printed tables. The work was printed in Hanau in 1609 by the firm of Wechel. "In his Gemmarum et Lapidum Historia Boodt made the first attempt at a systematic description of minerals, dividing the minerals into great and small, rare and common, hard and soft, combustible and incombustible, transparent and opaque. He uses a scale of hardness expressed in three degrees and notes the crystalline forms of some minerals (triangular, quadratic, and hexangular). Boodt criticizes some of the views of Aristotle, Pliny, Paracelsus, and others. De Boodt also mentions atoms. He enumerates about 600 minerals that he knows from personal observation, and describes their properties, values, imitations, and medical applications. There are also tables of values of diamonds according to their size and a short description of the polishing of precious stones. Boodt cites nineteen authors and, besides the minerals known to him, gives a list of 233 minerals whose names he knows from Pliny and Bartholomeus Anglicus, among others."­D.S.B., II, p. 293.
Some of the fine woodcuts illustrate polishing machinery. There are nine chapters on the properties and uses of the magnet and lodestone.
Some of the fine woodcuts illustrate polishing machinery. There are nine chapters on the properties and uses of the magnet and lodestone.


Literatuur: Adams, The Birth and Development of the Geological Sciences, p. 161­"The most important lapidary of the seventeenth century and exerted a widespread influence." Partington, II, pp. 101-02. Sinkankas 778. Thorndike, VI, pp. 318-24. Wheeler Gift Cat. 120 & 120a­(later eds.).</ref>'' (1609)
Literatuur: Adams, The Birth and Development of the Geological Sciences, p. 161­"The most important lapidary of the seventeenth century and exerted a widespread influence." Partington, II, pp. 101-02. Sinkankas 778. Thorndike, VI, pp. 318-24. Wheeler Gift Cat. 120 & 120a­(later eds.).</ref>'' (1609)
* ''Le Parfaict Ioaillier, ou Histoire des Pierreries'' (1644)
* ''Le Parfaict Ioaillier, ou Histoire des Pierreries'' (1644)
* ''De la Pierre de Crapaut, ou Garatroine'' (over onder andere de raadselachtige [[paddesteen]])
* ''De la Pierre de Crapaut, ou Garatroine'' (over onder andere de raadselachtige [[paddesteen]])
* ''Pseudodoxia Epidemica'' (over bijgeloof).
* ''Pseudodoxia Epidemica'' (over bijgeloof).
Regel 30: Regel 33:
* ''De Baene des Hemels ende der Deugden'' (1628)
* ''De Baene des Hemels ende der Deugden'' (1628)
* ''Florum herbarum ac fructuum selectiorum icones et vires, pleraeque hactenus ignotae'', postuum uitgegeven in 1640 door [[Vredius]].
* ''Florum herbarum ac fructuum selectiorum icones et vires, pleraeque hactenus ignotae'', postuum uitgegeven in 1640 door [[Vredius]].

== Literatuur ==
== Literatuur ==
* ''Nieuw nederlandsch biografisch woordenboek'', deel VI
* ''Nieuw nederlandsch biografisch woordenboek'', deel VI
* G. Dewalque, ''[[Biographie Nationale de Belgique]]'', deel IV
* G. DEWALQUE, ''Anselme de Boodt'', in: Biographie Nationale de Belgique, T. IV, Brussel, 1873.
* F.M. Jaeger, Anselmus Boëtius de Boodt', in: ''Historische Studien. Bijdragen tot de kennis van de geschiedenis der wetenschappen in Nederlanden (in 16th and 17th centuries)'', Groningen, 1919
* [[Frans Maurits Jaeger|F.M. JAEGER]], ''Anselmus Boëtius de Boodt'', in: ''Historische Studien. Bijdragen tot de kennis van de geschiedenis der wetenschappen in Nederlanden (in 16th and 17th centuries)'', Groningen, 1919.
* O. Delepierre, ''Biographie des hommes remarquables de la Flandre occidentale,'' deel 1 (Brugge 1843-1844)
* O. DELEPIERRE, ''Biographie des hommes remarquables de la Flandre occidentale,'' deel 1 (Brugge 1843-1844).
* J.E. Heller, 'Anselmus Boetius de Boodt als Wissenschafter und Naturphilosoph', ''Archeion'' 15 (1933).
* J.E. HELLER, ''Anselmus Boetius de Boodt als Wissenschafter und Naturphilosoph'', in: Archeion'' 15, 1933.
* 'Testament olographe d'Anselmus Boetius de Boodt, conseiller-pensionnaire de Bruges, 1630', in: Annales de la societe d'emulation de Bruges, 2e serie, deel 11 (1861)
* ''Testament olographe d'Anselmus Boetius de Boodt, conseiller-pensionnaire de Bruges, 1630'', in: Annales de la société d'émulation de Bruges, 1861.
* A.J.J. Van de Velde, ''Rede af Boodt'', in: ''Koninklijke Vlaamsche Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schoone Kunsten van België. Klasse der Wetenschappen. Verslagen en Mededeelingen'' (Brussel, november 1932)
* A.J.J. VAN DE VELDE, ''Rede af Boodt'', in: ''Koninklijke Vlaamsche Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schoone Kunsten van België. Klasse der Wetenschappen. Verslagen en Mededeelingen'', Brussel, november 1932.
* J.E. Heller, ''Quellen und Studien zur Geschichte der Naturwissenschaften und der Medizin'', deel 8 (1942).
* J.E. HELLER, ''Quellen und Studien zur Geschichte der Naturwissenschaften und der Medizin'', deel 8, 1942.
* M.-C DE BOODT-MASELIS, ''Anselmus Boetius de Boodt, Een Vlaams Humanist met Europese Faam'', Handzame, Familia et Patria, 1981.
* M.-C. Maselis, A. Balis, R.H. Marijnissen, 'De albums van Anselmus De Boodt (1550-1632), Geschilderde natuurobservatie aan het Hof van Rudolf II te Praag' (1989), Lannoo, Tielt
*M.-C Maselis, Anselmus Boetius de Boodt, Een Vlaams Humanist met Europese Faam (1981), Uitgave Familia et Patria, Handzame.
* M.-C DE BOODT-MASELIS, ''Reproductie van het kruidboek (1640) Anselmus de Boodt met Nederlandstalige vertaling'' , Handzame, Familia et Patria, 1981.
* M. C. DE BOODT-MASELIS, ''Anselmus Boëtius De Boodt'', in: Nationaal Biografisch Woordenboek, T. IX, Brussel, 1981.
*M.-C Maselis, Reproductie van het kruidboek (1640) Anselmus de Boodt met Nederlandstalige vertaling (1981), Uitgave Familia et Patria, Handzame.
* Marie-Christiane DE BOODT-MASELIS, ''Herdenking Anselmus Boëtius De Bodt (Brugge 1550-1632) ter gelegenheid van de 350ste verjaardag van zijn overlijden'', in: Brugs Ommeland, 1982.
* Hendrik DEMAREST, ''Anselmus Boëtius De Boodt'', in: Lexicon van West-Vlaamse schrijvers, T. IV, Torhout, 1987.
* M.-C. DE BOODT-MASELIS, A. BALIS, R.H. MARIJNISSEN, ''De albums van Anselmus De Boodt (1550-1632), Geschilderde natuurobservatie aan het Hof van Rudolf II te Praag'', Lannoo, Tielt, 1989.
* Marie-Christiane DE BOODT-MASELIS, ''Anselmus Boetius De Boodt (1550-1632). Brugs humanist aan het Hof van Oostenrijk'', in: Vlaanderen, 289, Tielt, 2002.


== Externe link ==
== Externe link ==
Regel 47: Regel 55:


{{appendix|Bronnen en/of noten}}
{{appendix|Bronnen en/of noten}}
{{Bibliografische informatie}}


{{DEFAULTSORT:Boodt, Anselmus}}
{{DEFAULTSORT:Boodt, Anselmus}}
[[Categorie:Zuid-Nederlandse adel (voor 1830)]]
[[Categorie:Zuid-Nederlands kanunnik (voor 1830)]]
[[Categorie:Humanistisch geleerde]]
[[Categorie:Zuid-Nederlands humanist (voor 1830)]]
[[Categorie:Mineraloog]]
[[Categorie:Mineraloog]]
[[Categorie:Zuid-Nederlands medicus (voor 1830)]]
[[Categorie:Zuid-Nederlands medicus (voor 1830)]]
[[Categorie:Zuid-Nederlands geestelijke (voor 1830)]]
[[Categorie:Neolatijns schrijver]]
[[Categorie:Neolatijns schrijver]]
[[Categorie:Persoon in de Nederlanden in de 16e eeuw]]
[[Categorie:Persoon in de Nederlanden in de 16e eeuw]]
[[Categorie:Persoon in de Nederlanden in de 17e eeuw]]
[[Categorie:Persoon in de Nederlanden in de 17e eeuw]]
[[Categorie:16e-eeuws medicus]]
[[Categorie:17e-eeuws medicus]]
[[Categorie:Vereniging West-Vlaamse schrijvers|Boodt, Anselmus Boetius de]]

Huidige versie van 11 mrt 2023 om 21:46

Anselmus Boëtius de Boodt (ca. 1600, gravure door Aegidius Sadeler).
Anselmus Sr, vader van Anselmus de Boodt, met meerdere burgemeesters van Brugge als leden van de Edele Confrérie van het Heilig Bloed (schilderij uit 1556 van de hand van Pieter Pourbus).

Anselmus de Boodt (Brugge, rond 1550 – aldaar, 21 juni 1632), bekend onder zijn Latijnse naam Boëtius, was een Vlaamse humanist, bestuurder, arts, alchemist en geleerde.

Levensloop

De in de rijke en aristocratische katholieke familie De Boodt geboren Anselmus, was een zoon van Anselmus senior (1519-1587) en van Johanna Voet (1526-1561). Zij was een dochter van de rechtsgeleerde Antoon Voet, burgemeester van Brugge, en ze bracht tien kinderen ter wereld. Anselmus Boëtius was pas elf toen zijn moeder overleed. Hij studeerde rechten in Leuven en medicijnen bij Thomas Erestus in Heidelberg. Hij promoveerde in Padua tot doctor in de geneeskunde.

Van 1580 tot 1583 was Boëtius raadpensionaris van Brugge. Dit was de tijd van de Calvinistische republiek (1578-1584), zodat men van hem minstens sympathie met het 'nieuwe geloof' mag veronderstellen. Hij vertrok tijdig uit Brugge, vooraleer het katholieke bestuur weer de bovenhand kreeg.

In 1583 werd hij lijfarts van Wilhelm Rosenberg, burggraaf en gouverneur van Praag. In deze stad werd hij in 1584 lijfarts van de aldaar residerende keizer Rudolf II, als opvolger van Rembert Dodoens. In Brugge bood bisschop Remigius Driutius hem in 1584 een prebende van kanunnik van de Sint-Donaaskathedraal aan. De Boodt ging daar echter niet op in, ook al verzoende hij zich voorzichtig met het katholiek geloof. Aan het prachtlievende en zeer in wetenschap geïnteresseerde hof van Praag hield Boëtius zich bezig met alchemie en mineralogie.

In 1612 kwam hij naar zijn geboortestad terug. Hij leefde er als homo universalis, zich wijdend aan zijn studies en het schrijven van publicaties, alsook aan het schrijven van gedichten als lid van de rederijkerskamer van de Heilige Geest, aan het componeren, musiceren en aan het schilderen van landschappen.

In de 16e eeuw was er geen strikte scheiding tussen de wetenschappelijke disciplines en werden ook wetenschap en bijgeloof (zoals astrologie en alchemie) nog naast elkaar beoefend.

In zijn hoofdwerk Gemmarum et lapidum historia, een systematische studie van (edel)stenen en mineralen, beschreef Boëtius zeshonderd stenen en hun (veronderstelde) ontstaan, eigenschappen en geneeskundige uitwerking. Hij was een aanhanger van de atoomleer en werkte met een schaal van hardheid. Het boek ging ook in op praktische zaken als slijpwijze en de economische waarde van edelstenen.

Hij bleef vrijgezel en werd in het door hemzelf ontworpen grafmonument bijgezet in de Onze-Lieve-Vrouwekerk in zijn geboortestad Brugge.

Werken

  • Gemmarum et lapidum historia[1] (1609)
  • Le Parfaict Ioaillier, ou Histoire des Pierreries (1644)
  • De la Pierre de Crapaut, ou Garatroine (over onder andere de raadselachtige paddesteen)
  • Pseudodoxia Epidemica (over bijgeloof).
  • Symbola divina et humana (1603)
  • De Baene des Deugds (1624)
  • De Baene des Hemels ende der Deugden (1628)
  • Florum herbarum ac fructuum selectiorum icones et vires, pleraeque hactenus ignotae, postuum uitgegeven in 1640 door Vredius.

Literatuur

  • Nieuw nederlandsch biografisch woordenboek, deel VI
  • G. DEWALQUE, Anselme de Boodt, in: Biographie Nationale de Belgique, T. IV, Brussel, 1873.
  • F.M. JAEGER, Anselmus Boëtius de Boodt, in: Historische Studien. Bijdragen tot de kennis van de geschiedenis der wetenschappen in Nederlanden (in 16th and 17th centuries), Groningen, 1919.
  • O. DELEPIERRE, Biographie des hommes remarquables de la Flandre occidentale, deel 1 (Brugge 1843-1844).
  • J.E. HELLER, Anselmus Boetius de Boodt als Wissenschafter und Naturphilosoph, in: Archeion 15, 1933.
  • Testament olographe d'Anselmus Boetius de Boodt, conseiller-pensionnaire de Bruges, 1630, in: Annales de la société d'émulation de Bruges, 1861.
  • A.J.J. VAN DE VELDE, Rede af Boodt, in: Koninklijke Vlaamsche Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schoone Kunsten van België. Klasse der Wetenschappen. Verslagen en Mededeelingen, Brussel, november 1932.
  • J.E. HELLER, Quellen und Studien zur Geschichte der Naturwissenschaften und der Medizin, deel 8, 1942.
  • M.-C DE BOODT-MASELIS, Anselmus Boetius de Boodt, Een Vlaams Humanist met Europese Faam, Handzame, Familia et Patria, 1981.
  • M.-C DE BOODT-MASELIS, Reproductie van het kruidboek (1640) Anselmus de Boodt met Nederlandstalige vertaling , Handzame, Familia et Patria, 1981.
  • M. C. DE BOODT-MASELIS, Anselmus Boëtius De Boodt, in: Nationaal Biografisch Woordenboek, T. IX, Brussel, 1981.
  • Marie-Christiane DE BOODT-MASELIS, Herdenking Anselmus Boëtius De Bodt (Brugge 1550-1632) ter gelegenheid van de 350ste verjaardag van zijn overlijden, in: Brugs Ommeland, 1982.
  • Hendrik DEMAREST, Anselmus Boëtius De Boodt, in: Lexicon van West-Vlaamse schrijvers, T. IV, Torhout, 1987.
  • M.-C. DE BOODT-MASELIS, A. BALIS, R.H. MARIJNISSEN, De albums van Anselmus De Boodt (1550-1632), Geschilderde natuurobservatie aan het Hof van Rudolf II te Praag, Lannoo, Tielt, 1989.
  • Marie-Christiane DE BOODT-MASELIS, Anselmus Boetius De Boodt (1550-1632). Brugs humanist aan het Hof van Oostenrijk, in: Vlaanderen, 289, Tielt, 2002.

Externe link