Anselmus Adornes

Anselmus Adornes (Brugge, 1424 - Schotland, 1483) was een koopman, makelaar en mecenas. Hij was de zoon van Pieter Adornes, zelf een afstammeling van een rijk Genuese koopman die bevriend was met de graaf van Vlaanderen, Gwijde van Dampierre. Een van hun voorvaderen was ooit doge van Genua en de familie kwam zich in de tweede helft van de 13de eeuw in Brugge vestigen. Opicius Adornes zou immers in 1269 als hoveling van Robrecht van Bethune naar Vlaanderen gekomen zijn.

Kapel wordt kerk

Anselmus Adornes werd door de bourgondische hertog Karel de Stoute meermaals belast met diplomatieke zendingen in het Oosten en Schotland. In 1470 ondernam hij een bedevaart naar Jeruzalem, hij was vergezeld van zijn zoon Jan die kanunnik van het Sint Pieterskapittel te Rijsel was. Na hun thuiskomst voltooiden zij de privé-kapel die Anselmus zijn vader in 1429 bouwde, daarbij wilde hij de herinnering aan zijn reis behouden. Op die manier ontstond een kopie van de Heilige Grafkapel te Jeruzalem.

Centraal in de kerk staat het grafmonument van Anselmus vermoord in Schotland in 1483 en zijn echtgenote Margareta van der Banck, overleden rond 1463.

Invloed

De familie behoorde in Brugge tot bovenlaag van de bevolking en vervulden geregeld allerlei functies in het stadsbestuur, net zoals ze dat deden in Genua. Daarbij steunden zij tal van christelijke en humanistische initiatieven.

Anselmus had trouwens goede relaties in Vlaanderen, Italië en Schotland en hij bleef in nauw contact met de Schotse koning James III, van wie hij regelmatig winstgevende opdrachten kreeg. Dit had hij te danken aan een geslaagde missie in dit land, waardoor er in 1470 een einde kwam aan de Schotse handelsboycot tegen Vlaanderen.