Abdij Maria Toevlucht

Deel van de serie over
kloosters
en het christelijke monastieke leven
Carlo Crivelli 052.jpg

De abdij Maria Toevlucht is een Trappistenabdij die zich bevindt tussen Zundert en Schijf.

Geschiedenis

De abdij vindt haar oorsprong in de Franse secularisteringspolitiek die zich afspeelde omstreeks de eeuwwisseling. Deze politiek dwong een aantal kloosterordes om een heenkomen in het buitenland te zoeken. Dit gold ook voor de monniken van de Abdij op de Katsberg en dezen stichtten in 1881 de Abdij Koningshoeven in Berkel-Enschot.

Gezien de situatie in Frankrijk wilde men nog meer kloosters stichten en in 1897 kreeg de orde door Anna Catharina van Dongen een stuk grond aangeboden nabij Zundert. Dit was gelegen in het destijds moerassige gebied "De Moren", halverwege Zundert en Rucphen.

Enkele monniken uit Koningshoeven begonnen hier in 1899 met de bouw van een nieuw klooster. De voorlopige kapel hiervan werd op 24 mei 1900 ingewijd. Er waren toen twaalf monniken. De naam "Maria Toevlucht" werd gekozen omdat de priorij feitelijk een toevluchtsoord was voor de verbannen Franse monniken.

Op 22 juni 1909 moesten de monniken het gebouw echter verlaten omdat de schulden van Koningshoeven te hoog waren opgelopen. Ze vonden onderdak in de Abdij van Westmalle. Het nieuwe klooster dreigde opgeheven te worden, maar Maria Ullens de Schooten uit Zundert bood een grote som geld aan om een kerk te bouwen bij het klooster, mits dit zou blijven bestaan, uiteraard. Er kwam inderdaad een regeling en de monniken keerden terug en begonnen met de bouw van de werkplaatsen en de kerk.

Op 14 september 1934 werd de priorij tot abdij verheven en Dom Nivardus Muis werd de eerste abt. Hij werd opgevolgd door Dom Alfonsus van Kalken en in 1958 door Dom Emmanuel Schuurmans. Deze nu voerde een aantal moderniseringen door, waaronder ook de invoering van het Nederlands als liturgische taal en vanaf 1975 het gebruik van de psalmvertalingen van Ida Gerhardt en Marie van der Zeyde.

Vanaf de jaren '70 van de 20e eeuw werd, onder invloed van de vierde abt, Dom Jeroen Witkam, begonnen met de beoefening van Zen-meditatie.

Na een periode van weinig intredingen in de jaren '80 van de 20e eeuw, zijn er sedert de jaren '90 weer zestien jonge monniken ingetreden zodat de abdij kon blijven voortbestaan.

In 1998 werd gestopt met de intensieve melkveehouderij en overgegaan op biologische bedrijfsvoering. Van 2000-2005 vond een ingrijpende renovatie van de gebouwen plaats.

Heden

De abdij is gelegen in een rustig buitengebied, omringd door bossen en natuurgebieden. In de abdij woont een contemplatieve gemeenschap van monniken. Hun leven wordt gekenmerkt door stilte, bezinning en gebed.

Tal van gasten bezoeken jaarlijks de abdij. Voor hen is een gastenverblijf ingericht.

Externe link