Aanslag door de IRA in Roermond op 27 mei 1990

Vier Australische toeristen werden op 27 mei 1990 op de markt in Roermond onder vuur genomen, terwijl zij foto's maakten van het stadhuis. Twee van hen vonden de dood. Later bleek het om een vergissing te gaan. Een dag later verklaarde het Katholieke Noord-Ierse bevrijdingsleger IRA, dat zij het gemunt hadden op Britse militairen die in Duitsland, vlakbij Roermond, gelegerd waren. Omdat de Australiërs in een huurauto met een Brits kenteken rondreden, werden zij voor Britse militairen aangezien.

Enige weken later werden in het Belgisch-Nederlands grensgebied vier personen aangehouden die banden bleken te hebben met de IRA. Zij wisten aanvankelijk te ontsnappen, maar werden later toch gevonden. De door hen gehanteerde wapens bleken ook bij eerdere aanslagen in Duitsland gebruikt te zijn. Het leek dan ook waarschijnlijk, dat met deze arrestaties één van de op het vasteland van Europa actieve IRA-cellen was opgerold.

De vrijspraak voor de verdachten, die volgde na een proces, gaf in Groot-Brittanië aanleiding tot verbazing en verontwaardiging.